De
Carolinadoosschildpad
De
Terrapene carolina leeft in vochtige beboste
gebieden en wordt tien tot twintig cm lang.
Deze doosschildpad is een slechte zwemmer; hij
begeeft zich daarom nagenoeg alleen in ondiep
water en het grootste deel van zijn leven brengt
hij op het land door. Het rugschild is bijna
altijd hooggewelfd en variabel van kleur en van
tekening. Deze schildpadden eten bijna alles,
maar hebben een voorkeur voor naaktslakken,
regenwormen en vruchten. Ook voor mensen giftige
paddestoelen staan op hun menu. Consumptie van
hun vlees kan dan ook gevaarlijk zijn.
Gewoonlijk zijn ze 's ochtends vroeg of na
een regenbui actief; tijdens de grootste
zomerhitte nemen ze hun toevlucht in moerassige
streken.
Na de winterslaap in de lente, voeren de
schildpadden uitvoerige baltsrituelen uit. Het
wijfje legt drie tot acht eieren in een
flesvormig kuiltje dat ze zelf graaft. De jongen
kunnen tot de volgende lente in het nest
blijven. De wijfjes kunnen het sperma opslaan en
nog verscheidene jaren na de paring bevruchte
eieren leggen.
|