Rubriek :
Historische figuren
Catharina II de Grote
(Stettin 2 mei 1729
- Tsarskoje Selo 17 nov. 1796), keizerin van Rusland van 1762
tot 1796, werd geboren als prinses van Anhalt-Zerbst, en droeg
de voornamen Sophie Augusta Frederike. Mede door toedoen van
Frederik de Grote koos keizerin Elisabeth I haar als toekomstige
gemalin voor de Russische troonopvolger Peter van
Holstein-Gottorp. In 1744 ging zij naar Rusland, ging tot de
Orthodoxe Kerk over en kreeg daarbij de naam Ekaterina
Aleksejevna. Het jaar daarop trad zij in het huwelijk. Peter was
een liederlijke domoor, zodat Catharina al spoedig haar eigen
weg ging. Van meet af aan kenmerkte haar liefdeleven zich door
ongewoon grote variatie, maar daar zij over een zeer scherp
intellect beschikte, vond zij tevens voldoening in uitgebreide
lectuur van de belangrijkste auteurs van haar tijd, zodat zij
geheel thuis raakte in de idee�nwereld van de Verlichting. In
1762 aanvaardde Peter III de regering, maar hij voerde die op
zodanige wijze, dat meteen een sterke oppositie ontstond,
waarvan Catharina het middelpunt werd. Haar partij steunde
vooral op de geestelijkheid en de gardeofficieren. Een
samenzwering onder leiding van de gebroeders Orlov bracht
Catharina nog in hetzelfde jaar op de troon. Peter werd enige
dagen na Catharina's regeringsaanvaarding vermoord.
Catharina was als keizerin buitengewoon actief, op het gebied
der politiek zeer ondernemend en volkomen onscrupuleus, als
diplomate subtiel en slagvaardig.
De partij die haar aan de macht had gebracht, was in
aartsconservatieve zin voor een vasthouden aan de eigen,
Russische tradities geporteerd geweest, maar Catharina's
regeringsperiode werd juist gekenmerkt door verwestersing op
cultureel gebied, althans in de kringen van adel en
aristocratie. Juist omdat bij dit proces slechts zulk een kleine
groep betrokken was, en het ten slotte toch bij de
uiterlijkheden van de beschaving bleef, behield Catharina een
ieders goodwill, vooral toen haar regering op de punten waar het
ten slotte op aankwam: Ruslands politieke macht en expansie, het
ene succes na het andere bracht. Bovendien lag het streven naar
uitbreiding van het Russische rijk onder gelijktijdige
aanpassing van levensgewoonten en mentaliteit van de hoogste
standen aan het westen toch ook weer in de lijn van een grote
Russische traditie, namelijk die van Peter de Grote.
In de allereerste jaren van haar regering trachtte Catharina een
tegenwicht tegen de macht van de adel te vormen door het gebaar
te maken alsof zij ook vertegenwoordigers van andere
maatschappelijke klassen - met name de stedelijke burgerij en de
staatsboeren - invloed op het staatsbestuur wilde geven. Daartoe
riep zij uit vertegenwoordigers van verschillende standen een
'grote wetgevende commissie' bijeen, die advies zou moeten geven
inzake de hervorming van de wetgeving. Catharina schreef zelf
voor deze vergadering een Instructie, die, wat idee�n betrof,
geheel de geest der Verlichting ademde, maar in feite aantasting
van de Russische autocratie al van tevoren uitsloot. Zo begon
Catharina toen al als voorstandster van het verlichte
absolutisme te poseren - wat zij tot het uitbreken van de Franse
Revolutie zou blijven doen - zonder in werkelijkheid veel aan
het bestaande regime te veranderen. Hoewel in deze handelwijze
zeker een element van politiek stak, mag men haar toch niet als
zuiver bedrog beschouwen. Als alle verlichte despoten geloofde
Catharina voor een belangrijk deel in haar eigen leuzen, hield
zij de weinige, oppervlakkige vernieuwingen die zij invoerde
voor zeer belangrijk, en kon zij zich ten aanzien van het feit
dat zij voor het overige alles bij het oude liet of de
staatsmacht zelfs nog versterkte, met enig recht beroepen op de
plicht van een regerend vorst om zich voor donquichotterie te
hoeden. In ieder geval werden de vergaderingen van de grote
commissie al in 1768 voor onbepaalde tijd verdaagd. Overigens
wierpen de eenmaal ingestelde ondercommissies voor Catharina
zelf en voor haar opvolgers veel nut af als lichamen aan wie de
technische werkzaamheden in verband met de lopende wetgeving
konden worden opgedragen. Na 1768 en vooral in de jaren zeventig
sloeg Catharina voorgoed de richting in die bepalend zou blijven
voor haar binnenlandse politiek, namelijk nauwe aansluiting bij
adel en grondbezitters, bijzondere bevoorrechting van die
standen binnen de grenzen van een zuiver autocratisch systeem,
en volkomen ontrechting van alle andere bevolkingsgroepen.
Wat de buitenlandse politiek betreft, concentreerde Catharina
zich geheel op Polen en Turkije. Nadat zij Polen in 1764 onder
Russische invloed had weten te brengen, rees er verzet in dat
land, wat in 1768 tot een gewapend conflict leidde. Toen
Turkije, gesteund door Oostenrijk en Frankrijk, in troebel water
trachtte te vissen en Rusland aanviel, leed het een zware
nederlaag. In beide gevallen ging Rusland met de winst strijken.
Bij de eerste Poolse deling van 1772 kreeg het een deel van
Wit-Rusland, bij de Vrede van Koetsjoek Kainardsji (1774)
verwierf het het gebied ten noorden van de Zwarte Zee, benevens
vrije vaart op die zee en door de zeestraten, terwijl het
chanaat van de Krim als onafhankelijk gebied in de Russische
invloedssfeer kwam (in 1783 door Rusland geannexeerd). Het zgn.
Griekse plan, dwz. de opzet om een Grieks rijk met hoofdstad
Constantinopel als Russische vazalstaat te vormen, betekende
voor Turkije zulk een ernstige bedreiging, dat het opnieuw een
oorlog uitlokte (1787; de Russisch-Turkse oorlog). Deze eindigde
weer in het voordeel van Rusland (1792), terwijl de tweede en
derde Poolse deling verdere gebiedsuitbreiding in het westen
brachten. In 1795 werd o.m. Koerland ingelijfd.
Na 1789 ging Catharina, gedeeltelijk onder indruk van de Franse
Revolutie, maar in niet minder belangrijke mate onder invloed
van persoonlijke omstandigheden (verslaafdheid van de ouder
wordende vrouw aan een jonge minnaar, die haar neerhaalde) tot
een zuiver despotisch bewind over, waarin zelfs het element van
terreur een plaats kreeg. Van Catharina's vroegere favorieten is
vooral Potemkin als een persoonlijkheid van betekenis bekend
geworden. Als verlicht despote verwierf Catharina vermaardheid
door haar correspondentie met Voltaire en haar uitnodiging aan
Diderot om naar Rusland te komen, waar deze inderdaad enige tijd
aan het hof verkeerde.