|
Deze
vis komt voor in de zijrivieren van de Rio Negro en in
de Orinoco. Vissen die van verschillende plekken
afkomstig zijn, verschillen vaak in grootte en kleur van
de vinnen. De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes en
worden vijf cm. lang. Wanneer de eieren rijp zijn, is de
buik van het vrouwtje zo dik dat het lijkt of ze aan
waterzucht lijdt. Ze paaien in open water bij
schemerlicht of soms 's nachts, maar ook onder zwak
kunstmatig licht. De eieren ontwikkelen zich goed in
zacht water bij een lage pH waarde en zonder toevoeging
van turfmengsel. Bij een watertemperatuur van 27 tot 28
graden C. komen de eieren na 18 tot 20 uur uit. De jonge
vissen liggen de daaropvolgende vier dagen op de bodem;
op de vijfde of zesde dag vullen ze hun zwemblazen en
beginnen ze te zwemmen. Ze zijn zeer schuw en gevoelig
voor trillingen en plotse veranderingen van het licht.
De kardinaaltetra is zeer vruchtbaar : 400 tot 600
eieren bij ��n vrouwtje na ��n keer paaien is niet
uitzonderlijk. De jonge vissen groeien echter langzaam.
|