Rubriek :
Historische figuren
Christoffel Columbus
Columbus,
Christophorus (gelatiniseerde vorm van Ital. Christoforo
Colombo, in het Sp.: Crist�bal Col�n) (Genua tussen 26 aug. en
31 okt. 1451 - Valladolid 21 mei 1506), Italiaans
ontdekkingsreiziger, maakte, zoals vele Genuezen uit zijn tijd,
handelsreizen naar de Levant, Noordwest-Europa en zelfs IJsland.
Sinds 1476 hield hij geregeld verblijf in Portugal. Hij las
Pierre d'Ailly's Imago Mundi en raakte geboeid door het
denkbeeld dat de aarde bolvormig zou zijn en men langs het
westen vlugger China en Japan kon bereiken dan langs Kaap de
Goede Hoop. Van de Florentijnse geleerde Paolo Toscanelli leerde
hij enige berekeningen over de afstand van de tocht die hij
wilde gaan maken en waarvoor hij nu een koninklijke beschermer
zocht. Johan II van Portugal kon op zijn voorstel niet ingaan
wegens zijn overdreven eisen. In 1485 wendde hij zich tot
Isabella van Castili� en kon haar, met de steun van haar
biechtvader, overtuigen. Op 17 april 1492 werd een akkoord
ondertekend. Columbus werd erfelijk admiraal van de oceaan en
onderkoning van het te ontdekken gebied. Hij mocht / van de
koloniale inkomsten van de nieuw-ontdekte gebieden innen en 7
van de handelswinst, op voorwaarde dat hijzelf een deel van het
vereiste kapitaal inbracht.
1. Eerste expeditie
Te Palos werden, met hulp van de reder Alonso Pinzon,
drie schepen uitgerust: de Ni�a en de Pinta (elk ca. 60 t) en de
Santa Mar�a (120 t). Op 3 aug. 1492 verliet het kleine eskader
de haven en op 6 sept. verlieten de schepen de Canarische
Eilanden. Columbus volgde tijdens de eerste helft van zijn reis
de 28ste parallel en tijdens de tweede helft koerste hij meer
zuidwaarts. Op 12 okt. werd land waargenomen: San Salvador
(misschien het huidige Bahama-eiland Watling). Columbus meende
dat het een der eilanden van Cipangu was, d.i. het Japan van
Marco Polo. Op aanraden van de inboorlingen voer hij daarna meer
in zuidwestelijke richting en ontdekte op 27 okt. Cuba. In
november voer hij in oostelijke richting en ontdekte een eiland
dat hij Espa�ola (Hispaniola) noemde. Op kerstdag werd daar de
eerste Spaanse nederzetting gesticht, La Navidad. Columbus liet
er 40 matrozen achter en keerde naar Europa terug.
2. Tweede expeditie
In april 1493 te Palos geland, kreeg hij nu in Spanje
volledige steun voor een nieuwe expeditie: er werden 17 schepen
met 1500 man uitgerust. Men stak in zee op 25 sept. 1493 te
C�diz; Columbus voer via de Canarische Eilanden meer in
zuidelijke richting en ontdekte op 2 nov. Dominica. Hij koerste
daarna noordwestwaarts en verkende de meeste eilanden van de
Kleine Antillen. Via Porto Rico kwam hij naar Ha�ti en stichtte
er een nieuwe nederzetting, die hij Isabella noemde. De
kolonisten ondervonden grote moeilijkheden met de inboorlingen,
legden hiervan alle schuld bij Columbus en beschuldigden hem bij
de koningin. In juni 1495 keerde hij naar Spanje terug en
slaagde erin zijn reputatie te herstellen. Het duurde tot 1498
voor hij voldoende kapitaal had om een derde reis te ondernemen.
3. Derde expeditie
De vloot bestond thans uit zes schepen en vertrok op 3
mei 1498 van San Lucar de Barrameda. Drie schepen voeren
rechtstreeks naar Espa�ola; de overige drie, met Columbus,
gingen tot de Kaapverdische Eilanden, langs de Afrikaanse kust
en koersten toen naar het westen. Op 31 juli werd Trinidad
waargenomen, daarna Venezuela, dat Columbus herkende als het
vasteland. Ten slotte ging hij naar Espa�ola, waar de toestand
gespannen was. Columbus en zijn broer werden beschuldigd, door
een afvaardiging uit Spanje gevangengenomen en naar Spanje
gebracht. Columbus slaagde erin de beschuldigingen te
weerleggen, maar verloor zijn titel van onderkoning.
4. Vierde expeditie
Zijn vierde en laatste reis ondernam hij op 9 mei 1502
vanuit C�diz: vier karvelen zeilden naar Arzila (Marokko).
Vandaar ging het westwaarts, via de Canarische Eilanden, tot hij
op 15 juni Martinique bereikte. Midden juli zette hij koers naar
Jamaica, Honduras en Panama. Wegens een schipbreuk bij Jamaica
en muiterij op zijn schepen bleef hij een half jaar non-actief.
Op 5 nov. 1504 bereikte hij Spanje, drie weken voor de dood van
zijn beschermvrouwe Isabella. Hij stierf anderhalf jaar later in
moeilijke omstandigheden.
Columbus was ervan overtuigd de oostkust van China en Japan te
hebben verkend. Hij was een ernstig, koppig en eerzuchtig
persoon, maar volkomen onbekwaam om een nederzetting te
besturen.