|
Cupressus.
Coniferen waarvan de jonge takken afgeplat zijn.
Overblijvende bladeren, schubvormig, bijna stekelvormig.
Bolvormige vrucht bestaande uit zes tot veertien
schubben. Het zaad is na twee jaar rijp. Alle cipressen
zijn goede sierbomen.
-
Italiaanse cipres : groeit in mediterrane streken en
is niet winterhard. Snelle groei, past zich aan aan
arme en droge gronden. Twee vari�teiten :
horizontalis en fastigiata.
-
Lambert's cipres : afkomstig van Californi�. Niet
bestand tegen koude. Zeer grote vruchten. Vormt
mooie hagen.
-
Amerikaanse cipres : meer tegen de koude bestand.
Snelle groei.
|