Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Citroenmelisse
Melisse
officinalis.
De citroenmelisse is een overblijvende plant die tot 120 cm hoog
kan worden. Ze komt uit de oostelijke landen van het
Middellandse-Zeegebied waar zij vrij in de natuur voorkomt. Ze
werd voor het eerst door de Moren in Spanje geteeld.
Tegenwoordig wordt de citroenmelisse in tuinen rondom de
boerderij, het huis of in kwekerijen verbouwd. De plant heeft
een zonnig plekje op niet te droge grond nodig en moet uit de
wind staan. De overblijvende, sterk vertakte plant, heeft een
vierkantige stengel. De bladeren zijn tegenoverstaand,
langgesteeld en lichtelijk behaard. De bloempjes zijn witachtig
geel of wit en staan in schijnkransen in de oksels van de
bovenste bladeren. De plant heeft een pittige geur die aan die
van een citroen doet denken; de smaak is kruidig. De bloeitijd
kan reeds in de tweede helft van juni beginnen en eindigt laat
in augustus. De citroenmelisse wordt in kruidentuintjes gehouden
om de blaadjes ervan vers te kunnen gebruiken. Uit zaad
gekweekte planten worden verspeend in een bodem die rijk is aan
voedingsstoffen. De citroenmelisse kan echter ook door scheuren
worden vermenigvuldigd. Voordat de bloei begint moet de
wintervoorraad worden geoogst. De bladeren worden langzaam
gedroogd. Ook voor de imker is het planten van de citroenmelisse
erg gunstig omdat zij voor de bijen een voortreffelijke
honingbron is.