Rubriek :
Historische figuren
Claudius Ptolemaeus
Ptolemaeus, Claudius
(ca. 100 - ca. 170), Alexandrijns astronoom, geograaf,
wiskundige en muziektheoreticus, was vnl. werkzaam in Alexandri�.
Van zijn leven is vrijwel niets bekend (ook zijn geboorte- en
sterfdatum niet), alleen zeker is dat hij van 127 tot 151
waarnemingen verrichtte. Hij schiep in zijn Syntaxis mathematica
(door Arabische vertalers als almajisti [v. Gr. megistos =
grootste] aangeduid; het was daardoor in de middeleeuwen bekend
als Almagest) het samenvattende handboek van de antieke
astronomie (zie Almagest). Hierin verdedigt hij o.a. het
geocentrische wereldbeeld, sindsdien ook het stelsel van
Ptolemaeus genoemd. Volgens hem zouden de planeten in epicykels
om de stilstaande aarde bewegen, een theorie die hij vrijwel
zeker overnam van Hipparchus. De Almagest bevat ook een
behandeling van de antieke trigonometrie, die een fundamentele
betekenis voor de geschiedenis van dit vak heeft. Hierin komt
een koordentafel voor (het antieke equivalent van onze
sinustafel), voor de berekening waarvan de naar hem genoemde
stelling van Ptolemaeus gebruikt is. Andere werken waarin
wiskundige hulpmiddelen voor de astronomie behandeld worden,
zijn Analemna en Planisphaerium, die de hemelbol resp. in
orthogonale en in stereografische projectie leren afbeelden, en
Hypotheses planetarum, over de beweging van de planeten. Zijn
Optica bevat metingen over lichtbreking en is van belang voor de
geschiedenis van de natuurkunde; zijn Harmonica vormt, met het
commentaar van Porphyrius, een van de belangrijkste bronnen voor
de kennis van de antieke muziektheorie. De Tetrabiblos (Lat.:
Quadripartitum) bleef eeuwenlang een bijbel voor de astrologen.
Betekenis
Tot in de 16de eeuw heeft Ptolemaeus met zijn Geographik�
hyph�g�sis (Lat.: Geographia of Cosmographia), een gids voor het
maken van kaarten met een lijst van de geografische lengte en
breedte van ca. 350 plaatsen, invloed uitgeoefend op
ontdekkingen en op de cartografie. Aan de hand van dit werk kon
men volgens een uniforme methode een serie kaarten tekenen die
een systematisch beeld gaven van de hele, aan de auteur bekende
wereld. In de renaissance was er grote belangstelling voor de
Geographia; v��r 1600 werden er 31 Latijnse of Italiaanse
edities van gedrukt, vaak aangevuld met nieuwe kaarten (tabula
nova). Deze uitgaven vormden de eerste thans bekende
wereldatlassen.