Rubriek :
Historische figuren
Constant Permeke
Permeke, Constant
(Antwerpen 31 juli 1886 - Oostende 4 jan. 1952), Belgisch
schilder, beeldhouwer en tekenaar, volgde lessen aan de
academies te Brugge (1903) en te Gent (1905), waar hij bevriend
raakte met Frits van den Berghe en Gustaaf de Smet, met wie hij,
samen met o.a. Servaes, tot de tweede groep van de Latemse
School behoorde.
Van 1912 tot 1914 werkte hij te Oostende. In 1914 werd hij,
zwaar gewond, naar Groot-Brittanni� ge�vacueerd. In 1918 keerde
hij naar Belgi� terug, verbleef te Oostende en kort na 1925 te
Antwerpen en vestigde zich ten slotte te Jabbeke. Zijn
schilderkunst evolueerde van het impressionisme en zelfs het
pointillisme (1912-1914) naar een monumentaal expressionisme.
Deze ontwikkeling voltrok zich in zijn Engelse periode, waaruit
het doek De vreemdeling (1916, Kon. Mus. voor Schone Kunsten van
Belgi�, Brussel) dateert. Permekes belangrijkste schilderijen
ontstonden in de periode 1920 tot 1930 (o.m. De gebakkraam,
1922, Kon. Mus. voor Schone Kunsten, Antwerpen; Boerengezin met
kat, 1928, Prov. bezit, Brugge). Zijn productie omvat marines,
landschappen, boeren- en vissersfiguren en interieurs, waarvan
de uitbeelding gericht is op universele thema's:
aardgebondenheid, moederschap, levenstragiek, het dagelijks
brood, waarbij detaillering, het anekdotische, het
beschrijvende, of het verhaal zeer sterk worden teruggedreven.
De expressiviteit berust op een vrije, zeer monumentale
vormgeving. Het gereduceerde coloriet van warme, overwegend
aardetonen geeft de tekening een sculpturale kracht. Vooral zijn
beelding van de mens is uiterst sterk en roept reminiscenties op
aan Picasso, door de plasticiteit, de monumentaliteit van het
lichaam en door de rust en de natuurlijkheid die uitgaat van de
houdingen, wars van iedere schoonheidscanon. De mens verschijnt
bijna als een monument van zichzelf, hij wordt eerder benaderd
vanuit het collectief dan vanuit het individu. In zijn
beeldhouwwerken, waarmee hij in 1935 debuteerde, evolueerde hij
van een rauw expressionisme (Marie-Lou, brons, 1935-1936;
Openluchtmuseum, Antwerpen) ca. 1949 naar een meer serene
vormgeving (Drie grati�n, gips, 1949; Naakt als liggend
grafbeeld, gips, 1949; Niobe, kunststeen, 1951; alle Permeke-mus.,
Jabbeke).
Uit de periode 1940 tot 1945 dateren zijn grote tekeningen, die
uitmunten door een sculpturale vormgeving en een warm lichtend
coloriet. Permeke was de centrale figuur van de
avant-gardekringen S�lection en L'Art Vivant. Veel van zijn werk
is te zien in het Provinciaal Museum Constant Permeke (ingericht
in zijn voormalige woning) te Jabbeke, alsook in het Kon. Museum
voor Schone Kunsten te Antwerpen.