|
Deze
vis komt veel voor in de bij eb droogvallende gedeelten
van de Middellandse en Adriatische Zee. Hij verstopt
zich vaak tussen rotsspleten en tussen het zeewier. Hij
wordt 16 cm. lang. De paaitijd duurt van april tot juni.
De vis maakt een nest op de bodem of tussen de rotsen.
Het nest is voorzien van een grote, halvemaanvormige
muur aan de voorkant, die versterkt is met rode, groene
of bruine algen of met kleine stenen. De mannetjes
blijven gedurende ��n jaar op dezelfde plaats. In het
aquarium moeten voldoende schuilplaatsen tussen de
stenen zijn.
|