|
Deze
soort komt voor in Brazili�, in de buurt van Rio de
Janeiro. Het volwassen mannetje is ongeveer acht cm.
lang; het vrouwtje slechts 5,5 cm. Tijdens het paaien
verbergt het vrouwtje haar kop onder de grote borstvin
van het mannetje. In deze positie zijn de genitale
papillen van beide vissen het dichtst bij elkaar. De
eieren worden op de bodem gelegd en diep in de grond
begraven, waar ze met onderbrekingen rijpen. De
volwassen vissen sterven vrij snel nadat ze gepaaid
hebben, want in het droge seizoen drogen de meertjes
snel op. Wanneer die weer vollopen door de regenval,
komen de eieren, die zich in de modder bevinden, uit.
|