Rubriek :
Ziekten en
aandoeningen overzicht
Cytomegalovirus (CMV)
Wat is het Cytomegalovirus ?
Het cytomegalovirus is een virus uit de groep van herpesvirussen
dat vooral een infectie kan geven in geval van
weerstandvermindering. De infectie kan ook optreden door
besmetting tijdens de zwangerschap.
Diagnose
Door middel van bloedonderzoek kan men aantonen of er sprake is
van een cytomegalo-virusinfectie. Ook kan het virus uit
lichaamsvloeistoffen als urine en speeksel worden gekweekt.
Klachten en verschijnselen
Indien er klachten zijn, openbaren deze zich als een algemeen
gevoel van ziek-zijn, gepaard gaande met koorts, gewrichts-,
spier- en/of hoofdpijn, terwijl ook de lymfeklieren en de lever
vergroot kunnen zijn. In sommige gevallen kan er sprake zijn van
darmstoornissen met diarree.
Ernst en beloop
Bij volwassenen gaat de infectie meestal ongemerkt voorbij.
Ongeveer 50 tot 80% van de volwassenen in Nederland draagt het
virus bij zich, zonder dat er klachten zijn. Dit betekent dat
veel mensen ooit een keer met het virus in aanraking zijn
gekomen.
Eventueel optredende klachten gaan meestal in enkele weken
vanzelf weer over. Bij mensen met weerstandvermindering
(bijvoorbeeld bij Aids of na orgaantransplantatie of bij
chemokuren) kan de infectie complicaties geven aan het hart, het
netvlies in het oog en de longen. In het ernstigste geval kan er
sprake zijn van een dodelijke afloop.
Behandeling
Alleen bij ernstige infecties bestaat er een gerichte
behandeling.
De behandeling heeft veel bijwerkingen en kan alleen in het
ziekenhuis plaatsvinden.
Cytomegalovirus tijdens de zwangerschap
Wanneer een vrouw tijdens de zwangerschap voor het eerst besmet
raakt met het cytomegalovirus en zodoende een infectie
doormaakt, is de kans dat ook het kind besmet raakt ongeveer
50%. Het is niet bekend hoeveel vrouwen er tijdens de
zwangerschap een infectie meemaken.
Bij de levendgeborenen die tijdens de zwangerschap besmet
raakten heeft zo'n 5 tot 10% een min of meer ernstige aangeboren
afwijking. Er bestaat dan ook een kans dat het kind op latere
leeftijd neurologische afwijkingen ontwikkelt (epilepsie,
spasticiteit). Echter, na 'optelling' van deze kansberekeningen
op een aangeboren afwijking, is de kans uiteindelijk erg klein.