| 
												 
													
															Damhert 
															Groep : op het land levende
																zoogdieren 
															 
														
														
															 Twee
															bokken tonen hun kracht door hun geweien met
															elkaar te verstrengelen en met hun kop te
															draaien om hun tegenstander achteruit te duwen.
															Het merendeel van het jaar zijn damherten kalme,
															gemoedelijke dieren die tevreden staan te grazen
															in hun bosgebied. Zodra de paartijd aanbreekt
															worden de mannetjes of bokken echter agressief.
															Uiteindelijk zal de zwakkere van de twee zich
															overgeven en het dominante mannetje laten paren
															met de hinde van diens keuze. 
															De paartijd ofwel bronst van de damherten vindt
															in de herfst plaats. De mannetjes vestigen een
															territorium en lokken een aantal hinden of
															vrouwtjes naar hun plek, waarbij ze een
															kenmerkende roep en een dansritueel gebruiken.
															Zodra de bok zijn hinde heeft uitgekozen volgt
															hij haar enige tijd, waarna de paring begint. In
															de lente krijgt de moeder haar jong, meestal ��n
															maar soms twee. De moeder vormt direct een band
															met haar jong door het schoon te likken. De
															damherten worden in kudde grootgebracht en de
															jonge vrouwtjesherten blijven dicht bij hun
															moeder tot ze zelf kunnen paren, meestal na twee
															jaar.  
															Een hert dat gevaar ruikt, licht zijn staart op
															om zo de andere leden van de kudde visueel te
															waarschuwen. Via deze basale vorm van
															communiceren kan het dier zich snel voor
															roofdieren uit de voeten maken. Andere
															communicatievormen zijn blaffen om alarm te
															slaan en jongen herten die piepen als ze bang
															zijn of hun moeder aandacht willen trekken. 
															De hinden leven het merendeel van het jaar samen
															met hun jongen in kuddes en negeren de volwassen
															mannetjes. De bokken leven apart in kleine
															vrijgezellenkuddes tot aan de paartijd waarin de
															groepen zich drie tot vier maanden samenvoegen.
															De kuddeleden passen op elkaar en houden hun
															ogen en oren goed open voor gevaar. Hoewel de
															bokken onderling vechten, slaan ze bij een
															aanval van een roofdier bijna altijd op de
															vlucht. 
															Damherten hebben een ongewone manier om te
															ontsnappen : ze brengen allevier de poten bij
															elkaar, duwen zichzelf omhoog en springen zich
															letterlijk in veiligheid. 
															Damherten eten voornamelijk grassen die ze op de
															bosbodem aantreffen, al voeden ze zich ook vaak
															met bomen en struiken. Tegen de herfst doen ze
															zich te goed aan eikels, fruit, paddestoelen en
															zelfs stekelige bladeren. Meestal eten ze 's
															ochtends vroeg en tijdens de avondschemering,
															waarbij ze het liefst makkelijk bereikbare lage
															struiken en kruiden begrazen. Komen de herten
															echter afval tegen dat door de mens is
															achtergelaten, dan snuffelen ze daar tussen en
															experimenteren ze soms met ongewoon en wellicht
															ongezond voedsel. In de magen van de damherten
															zijn zilverpapier, snoeppapiertjes, elastiekjes
															en zelfs ballonnen aangetroffen.
														
													
											  |