Darwin's
bekbroeder
De
Rhinoderma darwinii leeft in ondiepe koude beken
en wordt zo'n drie cm lang.
dit is een klein slank kikkertje met een
puntvormige uitgroeiing van de huid op zijn
snuit; hij heeft zwemvliezen op de achterpoten,
maar niet op de voorpoten. De methode van
broedverzorging is uniek voor amfibie�n. Het
wijfje legt twintig tot 45 eieren op het land,
die door verscheidene mannetjes worden bewaakt,
totdat de embryo's, die van buitenaf zichtbaar
zijn, zich beginnen te bewegen in de eikapsels.
Ieder mannetje likt dan maximaal vijftien eieren
op met zijn tong en laat ze in zijn grote
kwaakblaas glijden. Hier komen de kikkervisjes
uit het ei en, terwijl de broedruimte steeds
groter wordt, veranderen de jongen in volledig
ontwikkelde kikkertjes, waarbij ze op hun eigeel
teren. Zijn ze ongeveer 1,25 cm groot, dan
drijft het mannetje ze naar buiten en de
kwaakblaas slinkt weer tot de normale grootte.
|