Das
Groep : op het land levende
zoogdieren
De
das is een nachtdier bij uitstek en beschermt
zijn huis en haard met zijn leven. Dassen leven
gezamelijk in burchten en komen gewoonlijk
tijdens de nacht naar buiten om voedsel te
zoeken in het bos en op de open velden. Een
dassenburcht is een waar kunstwerk, een enorm
gangenstelsel dat bescherming biedt tegen het
weer en vijanden.
De das is een sociaal levend dier dat in groepen
leeft van zo'n zes tot twaalf individuen. Het
grootste deel van zijn leven brengt de das door
in een ondergrondse stad, de burcht, bestaande
uit gangen en kamers met gemiddeld tien
ingangen. De holen liggen twee tot drie meter
diep in het gangenstelsel. Dassen onderhouden
hun huis erg goed. Ze laten de stoffering -
droog gras, mos en bladeren - regelmatig luchten
boven de grond en ontlasten zich buiten de
burcht. Boven de grond onderhouden dassen een
speelveld en plekjes om te zonnebaden.
Rond een dassenburcht loopt vaak een netwerk van
paden van twee tot drie kilometer lang dat
dassen gebruiken op hun voedseltochten. Ongeveer
de helft van het menu bestaat uit regenwormen.
Wormen reageren op de lichtste trillingen;
dassen schuifelen daarom rond met hun neus en
bek tegen de grond gedrukt. Een losse worm wordt
vlug opgehapt, maar als hij vastzit in de grond
werkt de das hem voorzichtig los zodat hij niet
breekt. Deze nachtdieren eten per nacht zo'n
tweehonderd wormen. Daarnaast eten ze kleine
zoogdieren zoals ratten en egels en vallen soms
wespen- en bijennesten aan. Urenlang zijn ze
soms bezig de larven eruit te peuzelen, zonder
zich te storen aan de vele steken die ze
oplopen.
Elke groep dassen heeft een dominant mannetje
(beer) aan het hoofd dat zijn recht om te paren
fel verdedigt. De mannetjes draaien bij een
gevecht meestal woest om elkaar heen en proberen
elkaar in de staart te bijten. De paring kan op
elk moment in het jaar plaatsvinden, maar de
ontwikkeling van het bevruchte eitje blijft
stilstaan tot de maand december, wanner het zich
in de baarmoeder nestelt. Door dit uitstel
worden de jongen in de lente geboren en hebben
ze een hogere overlevingskans. Na drie maanden
stappen de jongen over van moedermelk op wormen
en kevers en zijn ze regelmatig buiten te
vinden. Hoewel dassen na zeven maanden volledig
zelfstandig zijn, blijven ze vaak hun leven lang
bij hun ouders.
Dassen worden veelvuldig gevangen, vergiftigd en
neergeschoten om de schade die ze toebrengen aan
gewassen en vee te beperken en om de
verspreiding van ziekten tegen te gaan.
Dassenhaar werd vroeger gebruikt om scheer- en
verfkwasten mee te maken en hun pels was
populair als vloerkleed. De leefomstandigheden
in Europa en Azi� zijn verslechterd, waardoor
het aantal dassen is afgenomen. Tegenwoordig
zijn dassen in veel landen beschermd en worden
kwasten gemaakt van synthetisch materiaal.
|