Rubriek : De
mens -
geschiedenis
De Derde Wereld
Tot aan de Franse
Revolutie aan het einde van de achttiende eeuw was de
maatschappij in West-Europa in drie klassen of standen verdeeld.
De eerste stand werd gevormd door de geestelijkheid, de tweede
door de adel en de derde door de burgerij. De Derde Stand had
niet veel in te brengen, hoewel de burgerij in economisch en
financieel opzicht wel degelijk heel belangrijk was. De
voorrechten of privileges berustten echter alleen bij de
geestelijkheid en de adel. Tijdens de Franse Revolutie werd in
Frankrijk het standsverschil opgeheven en kreeg iedereen gelijke
rechten.
Overeenkomstig
deze historische situatie heeft men de moderne na-oorlogse
wereld ook wel eens in drie groepen verdeeld. Er is een Westerse
Wereld met de Verenigde Staten van Amerika als leidende
mogendheid, er is een Oostblok onder leiding van de Sowjetunie
en dan zijn er alle overige landen. De laatste groep vormt
hoegenaamd geen eenheid. Wat deze landen gemeenschappelijk
hebben is dat ze bijna allemaal voormalige koloni�n zijn, dat ze
arm zijn en dat ze hoofdzakelijk leven van het produceren van
grondstoffen voor de andere twee werelden. Evenals men vroeger
sprak van de Derde Stand, spreekt men tegenwoordig wel van de
Derde Wereld. De vergelijking met de derde stand gaat natuurlijk
maar gedeeltelijk op.
De twee andere werelden, het Westblok en het Oostblok, hebben
hun eigen opvattingen over wat er met de Derde Wereld moet
gebeuren. De landen van de Derde Wereld vrezen echter, misbruikt
te worden. Daarom hebben ze pogingen in het werk gesteld om te
gaan samenwerken en zo een eenheid te vormen. In 1955 vond
bijvoorbeeld de Bandoeng-conferentie plaats, waaraan 23
Aziatische en zeven Afrikaanse staten deelnamen. Veel verder dan
een beginselverklaring is men echter niet gekomen. In 1961
nodigde president Tito van Joegoslavi� een aantal niet-gebonden
staten uit voor een vergadering in Belgrado. Er namen negen
staten uit Afrika, acht uit Azi�, acht Arabische staten en
verder Cuba en Joegoslavi� aan deel. Ook hieruit vloeiden geen
blijvende resultaten voort. De Derde Wereld vormt nu eenmaal
geen eenheid, zeker niet in politiek opzicht. Alle pogingen om
daar een einde aan te maken, zijn tot nu toe op niets
uitgelopen. De kloof wordt integendeel steeds groter, omdat de
technische ontwikkeling van de twee andere werelden steeds
sneller gaat.
De landen van de Derde Wereld hebben slechts gebrekkig
onderwijs, terwijl goed onderwijs toch juist een voorwaarde is
voor moderne welvaart. Verder staan godsdienstige en
maatschappelijke opvattingen een economische ontplooiing vaak in
de weg. Kapitaal om moderne machines aan te schaffen, zodat er
snel geproduceerd kan worden, is niet echt beschikbaar. Het
enige wat wel in ruime mate aanwezig is, zijn goedkope
arbeidskrachten.
De mensen in de Derde Wereld moeten in het algemeen hard en lang
werken. Ook maakt men nog gebruik van kinderarbeid. Kinderen
hoeven immers geen gezin te onderhouden. Voor een beetje geld
doen ze heel veel. Zo zien we het euvel van de kinderarbeid, dat
tijdens de industri�le revolutie in West-Europa zoveel voorkwam,
tegenwoordig op grote schaal aanwezig in de landen van de Derde
Wereld.
Hebben de zogenaamde Rijke Landen dan niet de plicht om de arme
landen van de Derde Wereld te helpen ? Eigenlijk wel, maar ook
hun eigen economisch systeem is nog uiterst kwetsbaar. Wat zwaar
weegt, is dat de mensen in de rijke landen eigenlijk niet in
welvaart achteruit willen gaan. Ondanks alle hulpprogramma's en
allerlei andere activiteiten, ziet de toekomst er voor de Derde
Wereld maar somber uit.