Rubriek :
Dier - algemeen
De dierenwereld van Alaska
Alaska is een enorm
groot gebied. De totale oppervlakte bedraagt ruim 1.500.000
vierkante kilometer. In het noorden grenst Alaska aan de
Noordelijke Ijszee, in het westen aan de Beringstraat, in het
zuiden aan de Grote Oceaan en in het oosten aan Canada.
Oorspronkelijk behoorde Alaska aan Rusland. Maar in 1867
verkocht Rusland dit gebied voor 7.200.000 dollar aan Amerika.
Alaska is nu de 49e staat van de Verenigde Staten.
Er komen in Alaska veel verschillende soorten dieren in het wild
voor, als gevolg van de grote verschillen in bodemgesteldheid,
landschap en weersomstandigheden. Alleen slangen zal men er
tevergeefs zoeken en ook de amfibie�n zijn er maar spaarzaam
vertegenwoordigd. De dieren die de toendra's bevolken lopen in
grootte uiteen van kleine hazen tot forse kariboes. Kariboe is
een inheems woord en betekent zoveel als 'schoffelaar'. De
kariboe heeft namelijk de gewoonte
om met zijn gespleten hoeven
de harde sneeuwlaag om te schoffelen. Onder die sneeuwlaag vindt
hij dan zijn voedsel. In de zomer leven de kariboes op de
centrale hoogvlakte. Daar worden ook de kariboe-kalveren
geboren. In de winter ontvluchten ze echter de barre kou die op
de hoogvlakte kan heersen. Ze trekken dan in grote kudden naar
het zuiden, waar ze zich vestigen aan de rand van de bossen. Bij
die tochten leggen ze honderden kilometers af.
Er hebben vroeger, nog tot in de jaren 1920, miljoenen kariboes
over de toendra's van Alaska gezworven. Tegenwoordig telt men ze
nog slechts bij honderdduizenden. Niet alleen jagers, maar
vooral de grote bosbranden, waarvan gebrek aan voedsel meestal
het gevolg was, hebben hij aantallen uitgedund. Het gevolg van
deze terugval veroorzaakte voedselgebrek voor Eskimo's en
Indianen en een achteruitgang in aantal van roofdieren en
aaseters.
In de bergen leven tal van kleine knaagdieren, waaronder de
Alaska-fluithaas (foto links) en de grijze marmot (foto rechts).
Verder kan men er dikhoornschapen in verschillende ondersoorten
tegenkomen. Vooral de sneeuwschapen zijn bijzonder vlug en lenig
in het beklimmen van rotsen en klippen. De sneeuwwitte kleur van
hun vacht is geen schutkleur, want ze mijden de sneeuw waar ze
maar kunnen.
Het meest populaire dier van Alaska is de beer. Er zijn twee
soorten beren, de bruine beer en de zwarte beer of baribal. De
zwarte beer is kleiner dan de bruine beer, wat vriendelijker van
aard en veel minder mensenschuw. Het komt vaak voor dat de
zwarte beren in de natuurparken van Alaska om de bezoekers
heendringen en om snoepjes bedelen. Ze zijn echter niet
ongevaarlijk. Zwarte beer is een misleidende naam. Een zwarte
beer kan evengoed bruin zijn en er komen zelfs, hoe vreemd het
ook klinkt, witte zwarte beren voor. In ��n nest zwarte beren
kunnen verschillende kleuren voorkomen, net zoals dat met katten
het geval is.
De bruine beer is een grimmig dier. Hij leeft in volstrekte
eenzaamheid en hij is vaak zeer slecht gehumeurd. Als hij
bedreigd wordt, neemt hij de vlucht of valt hij aan. En als hij
aanvalt, kan hij erg gevaarlijk worden. Hij mijdt zoveel
mogelijk het gezelschap van andere dieren, ook die van zijn
soortgenoten. Er is maar ��n periode in het jaar dat men een
aantal bruine beren samen kan zien. Dat is in de zomer, wanneer
de rivieren met grote kracht uit de bergen naar beneden stromen.
In die tijd zitten de rivieren vol met zalm en voor bruine beren
is zalm zo ongeveer het lekkerste wat ze zich kunnen
voorstellen. Met hun grote poten scheppen ze de vis uit het
water en doen er zich tegoed aan.
Tijdens de winter houden de beren een schijnbare winterslaap.
Schijnbaar, want ze behoren niet tot de dieren die een echte
winterslaap houden, waarbij de temperatuur van het lichaam
daalt, de hartslag terugloopt en het zuurstofgebruik afneemt.
Beren onderbreken hun winterslaap vaak meermalen en men kan dan
misschien ook beter van een winterse rustperiode spreken. De
grijze beer of grizzlybeer is een ondersoort van de bruine beer,
die het binnenland bewoont, terwijl de grote kodiakbeer meer in
de kuststreken leeft. De kodiakbeer wordt tot drie meter groot
en is het grootste landroofdier.