Rubriek :
Dier - algemeen
De dierenwereld van Florida
Het nearctisch
gebied loopt zowel aan de kant van de Stille Oceaan als aan de
Atlantische kust in een schiereiland uit. Baja California, aan
de westkant, is een langerekt, dor, droog gebied. Maar Florida,
aan de oostkant, is ��n van de weelderigst begroeide streken van
Noord-Amerika.
Meer landinwaarts zijn de oevers van de benedenstroom van de
Mississippi begroeid met magnolia's, laurierbomen, palmen en
groenblijvende eiken. De bodem is er een wirwar van kruipende
planten, orchidee�n en varens. Rustig kronkelt de rivier verder
door de 'bayous' ten zuiden van New Orleans en mondt dan in de
vorm van een delta uit in de Golf van Mexico.
In het noordoosten van Florida liggen de overblijfselen van wat
eens een dicht woud was van bladverliezende boomsoorten, zoals
notenbomen, hulst en eiken. In de minder goed gedraineerde lage
kustgebieden treft men subtropische pijnboombossen, veengebieden
en zoutmoerassen aan. Een uitgestrekt moerasgebied van meer dan
7500 vierkante kilometer ligt in het zuiden van het schiereiland
van Florida : de Everglades.
Her en der verspreid in het drassige terrein liggen kleine
eilandjes, waar tropische bomen groeien, zoals palmen,
mahoniebomen, wurgvijgen en andere met interessante inlandse
namen, zoals gumbo-limbo, kangoeroeboom en vijverappel. De
Everglades, die bij het Okeechobee-meer beginnen, eindigen in
mangrovegebied en zoutwatermoerassen.
Florida ontleent zijn naam aan de vele felgekleurde bloemen die
er bloeien; 'florido' is Spaans voor bloeiend. Voornamelijk in
de buurt van de kleine eilandjes treft men een grote
verscheidenheid van dieren aan. Er zijn er bij die ook elders
voorkomen : wasberen, opossums, muskusratten, otters, lynxen,
Virginia-herten en zwarte beren. Maar er komen ook dieren voor
die uitsluitend in moerasgebied kunnen leven.
Net
als in de Camargue en de Coto do Donana in het palearctisch
gebied, leven in de kustmoerassen van Florida met zowel zoet als
zout water, enorme aantallen waterplanten, insecten,
schaaldieren, kleine reptielen en vissen. Waadvogels als kleine
zilverreigers, reigers, flamingo's en roze lepelaars doen er hun
maal mee. Een minder bekende bewoner is de jacana of jassana,
die met zijn grote, rechte tenen over de drijvende bladeren van
waterlelies kan wandelen. En dan is er nog de slangehalsvogel,
die zijn scherpe snavel als harpoen gebruikt om er vissen mee te
vangen.
De moeraswouw die hier voorkomt, is dan wel van huis uit geen
watervogel, hij heeft zich aardig aan de omgeving aangepast. Hij
eet zoetwaterslakken, die hij eerst met zijn kromme, scherpe
bovensnavel verlamt en daarna, met de hulp van ��n van zijn
poten, uit hun huisjes trekt.
Hoewel er volop zoetwaterslakken zijn, is de moeraswouw hier
toch erg zeldzaam geworden. Door de drooglegging van de
moerassen van Florida wordt hij verdrongen uit zijn natuurlijke
woongebied. In 1965 waren er nog maar tien exemplaren. En in de
beschermde gebieden van het Okeechobee-meer, waar hij nog
nestelt, is zijn toekomst nog twijfelachtig.
Het vreemdste dier dat in deze streek voorkomt is ongetwijfeld
de zeekoe, een zoogdier dat driehonderd tot duizend kilo kan
wegen. Dit dier houdt zich uitsluitend op in het water, net als
de walvis, maar hij is lang niet zo intelligent. Zijn voedsel,
zo'n honderd kilo zeewier, waterhyacinten en waterlelies per dag
- vindt dit goedaardige dier in de warme modderige ondiepten
langs de kust en in de troebele riviermonden.
Onder de reptielen die in de Everglades voorkomen bevinden zich
een heleboel soorten schildpadden, onder andere de
alligatorschildpad. Met zijn scherpe kaken kan dit dier een
vijand die hem te na komt ernstig letsel toebrengen.
Uniek voor dit gebied is de Mississippi-alligator (zie foto),
die wel tot vier en een halve meter lang kan worden en die dan
ook ��n van de grootste dieren is uit de familie van de
reptielen. Hij brengt zijn tijd door met lui zonnebaden op de
oevers van de rivier of dobberen in het water, waarbij alleen
het bovenste stukje van zijn kop te zien is. Hij eet niet alleen
alle soorten van waterdieren, maar hij valt ook landdieren aan
die bij hem in de buurt komen. De Amerikaanse krokodil of
spitssnuitkrokodil uit zuidelijk Florida is nog wat groter. Deze
komt ook voor in West-Indi� en Midden- en Zuid-Amerika.