W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Dier - algemeen

De droge vlakte van de Indus

Ten zuiden van de tropische wouden van het Himalaya-gebied strekt zich van west naar oost over heel India een vlakte uit. Deze vlakte werd gevormd door de rivieren de Indus, de Ganges en de Brahmaputra. De Indus en de Ganges ontspringen uit naast elkaar gelegen gebieden in het westen van de Himalaya. De Indus stroomt naar het zuidwesten, de Ganges vrijwel naar het oosten en dan samen met de Brahmaputra naar het zuiden.
Het westelijk en oostelijk deel van de vlakte zijn volkomen verschillend van elkaar. Het oostelijke deel ervan behoort tot de natste gebieden ter wereld. Het westelijke is zeer droog en gaat over in de Thar of Indiase woestijn. Nog maar enkele duizenden jaren geleden bestond deze woestijn niet. Er lang toen een dicht, tropisch oerwoud. Fossiele overblijfselen bewijzen dat er toen waterbuffels, neushoorns en olifanten leefden. Daarna veranderde het klimaat, het waterpeil zakte en de weelderige plantengroei stierf af. Nu vinden we er droge zandgronden, maar er is meer plantengroei dan bijvoorbeeld in de Sahara.
Het dierleven is er rijk, hoewel de meeste oorspronkelijke soorten er nu verdwijnen of al verdwenen zijn. Veel van de huidige dierenwereld is afkomstig uit andere gebieden. Volgens een onderzoek van korte tijd geleden kwam 56,5 procent uit het palearctisch gebied en 41 procent uit andere gebieden van het ori�ntale gebied. Slechts 2,5 procent van de dierenwereld is er oorspronkelijk.
Onder die soorten, die erin geslaagd zijn om zich van hun vroegere omgeving, de wouden, aan te passen aan de droge vlakten, vallen de Indische kroonaap, de koesinga of vierhoornantilope en de nijlgau. De kroonaap is genoemd naar de vorm waarin een aantal lange haren op zijn kop overeind staat. Hij komt in grote aantallen in het gebied voor. De koesinga of vierhoornantilope heeft, zoals zijn naam aanduidt, twee paar horentjes, althans het mannetje. Deze kleine, schuwe antilope is een nauwe verwant van de nijlgau, de grootste onder de antilopen uit India. Op de nijlgau wordt gelukkig tegenwoordig niet meer gejaagd. De moslims achten hem geen kogel waard en door de hindoes wordt hij als heilig beschouwd, wegens de oppervlakkige gelijkenis die hij vertoont met het Indische heilige rund, de zeboe (zie foto).
Heel anders is het de Indische antilope of hertegeitantilope vergaan. Het mannetjes van deze soort is bijna helemaal zwart en draagt ruim zeventig cm lange spiraalvormig gewonden hoorns. Het vrouwtje is licht beige en hoornloos. De Indische antilope kan, zelfs vanuit stilstand, zeer hoog opspringen als hij in het nauw gedreven wordt. In India is hij al bijna totaal uitgeroeid, maar enkele exemplaren die in Texas werden ingevoerd, hebben zich daar vermeerderd tot meer dan vijfduizend stuks.
Zowel de nijlgau als de Indische antilope kunnen een groot deel van het water dat ze nodig hebben, betrekken uit de bladeren die ze eten. De chinkara of Bennett's gazelle, een tamelijk kleine soort, kan dat ook. Hij heeft een voorkeur voor droge, rotsachtige streken, maar hij komt ook voor op open vlakten.
Op de wat dichter begroeide steppen en savannen die de Thar of Indiase woestijn scheiden van de regenwouden, vinden we onder de grotere zoogdieren twee soorten herten en twee soorten apen. Het ene hert heet paardhert of sambar, dat sterk lijkt op het Europese edelhert. Hij heeft een indrukwekkend gewei, maar hij is nog groter. Het andere is het axishert : kleiner, roodbruin met witte spikkels. E�n van de apensoorten behoort tot de makaken en is de bekendste aap ter wereld : het rhesusaapje. Hij is veel gebruikt als proefdier voor medische doeleinden - de rhesus-factor van ons bloed is naar hem genoemd - en de laatste jaren zelfs in de ruimtevaart. Hij was het eerste dier dat de ruimte werd ingeschoten. In sommige delen van zijn oorspronkelijk woongebied wordt hij als heilig beschouwd en ook op die manier behandeld, beschermd en gevoederd.
Bij de hindoes is de gewone hoelman (zie foto), een slank-aap, nog heiliger. Hij wordt beschouwd als de vleeswording van de apen-god, hanuman en wordt daar ook wel zo genoemd.
De Indische leeuw - die een ras apart vormt, behorende tot dezelfde soort als de Afrikaanse rassen - was eens wijd verspreid over een groot deel van het gebied. Nu leven er nog enkele honderden exemplaren, beschermd in het Gir-reservaat in Goedzjarat. Toch wordt hij ook daar nog gedood door de bevolking, omdat hij zich wel voedt met heilige runderen die in de wouden grazen. Verder leven in de droge gebieden in het noordwesten van India nog ongeveer zevenhonderd Indische onagers of halfezels, plaatselijk ghorkar genoemd. Andere verwante halfezels komen nog hier en daar - ook in kleine aantallen - elders in Azi� voor.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer