Rubriek :
Dier - algemeen
De eerste dieren
Als wij aannemen dat
de bodem van de Atlantische Oceaan vanuit de centraal gelegen,
onder water liggende bergrug langzaam aangroeit en dat al
miljoenen jaren doet, volgt daaruit dat Noord- en Zuid-Amerika
eens zeer dicht bij Europa en
Afrika hebben gelegen. Of, zoals Wegener een halve eeuw geleden zei, tegen elkaar hebben
aangelegen. Deze theorie is tegenwoordig algemeen aanvaard.
Sterker nog, er wordt algemeen aangenomen dat de continenten al
meer dan tweehonderd miljoen jaar - sommigen spreken zelfs van
tweeduizend miljoen jaar - op hun tectonische platen drijven.
Door deze beweging ontstonden en verdwenen oceanen.
Tweeduizend miljoen jaar is een erg lange tijd. Het is bijzonder
moeilijk om na te gaan wat er zo lang geleden is gebeurd. Toch
kunnen wetenschapsmensen wel iets bepalen. Ze doen dat door het
gesteente van de oceaanbodem en dat van de aardkorst van de
werelddelen te bestuderen, in het bijzonder van die bergketens,
die als gevolg van botsingen van de tectonische platen werden
gevormd. Ook het bestuderen van fossielen kan een en ander aan
inlichtingen over de beweging van de werelddelen opleveren,
omdat fossielen aangeven in welke tijd dieren zich op
verschillende manieren ontwikkelden. Dat is dan gebeurd nog voor
het tijdstip waarop de continenten uit elkaar dreven.
Want, zo is opgemerkt, als dieren op ��n landmassa onder gelijke
omstandigheden leven, is er geen reden om in verschillende
richten tot verdere ontwikkeling te komen. Als de aarde uit
verschillende vastelanden met verschillende klimaten en sterk
van elkaar verschillende levensomstandigheden is opgebouwd,
zullen de dieren die onder verschillende omstandigheden leven,
zich verschillend ontwikkelen.
Vaststaat dat oude steenformaties die in de randgebieden van de
werelddelen worden gevonden en die meer van tweeduizend miljoen
jaar oud zijn, op een andere manier zijn ontstaan dan jongere
bergformaties en vulkanische eilanden. Om die reden wordt
aangenomen, dat de beweging van de tectonische platen ongeveer
tweeduizend miljoen jaar geleden begon. Men neemt aan dat
ongeveer zevenhonderd miljoen jaar geleden, in het tijdperk dat
het 'Voor-Cambrium' wordt genoemd en toen de hoogste vorm van
dierlijk leven een soort van zeeworm was, de aarde bestond uit
��n groot supercontinent. Dit hoeft niet de eerste vorm van
landschikking op aarde te zijn geweest. Het is best mogelijk dat
er in de tijd daarvoor, net als nu, verschillende continenten
waren. Wel wordt als vaststaand aangenomen dat in de tijd van
het 'Voor-Cambrium' het begin moet worden gezocht van de
afsplitsing van de huidige werelddelen.
In de Cabrium-periode, ongeveer 570 miljoen jaar geleden, brak
dat supercontinent uiteen in vier landmassa's, waarbij drie
nieuwe oceanen werden gevormd. De ene landmassa kreeg de naam
Gondwanaland en bestond waarschijnlijk uit de tegenwoordige
werelddelen van het zuidelijk halfrond : Australi�, het
zuidpoolgebied en Zuid-Amerika. De drie andere landmassa's
bestonden ruwweg uit wat we nu kennen als Noord-Amerika, Europa
en Azi�, hoewel Groenland en een deel van Zuid-Amerika mogelijk
oorspronkelijk tot de Europese landmassa hebben behoord. Dit
uiteendrijven werd gevolgd door een soort uitbarsting van
ontwikkelings-activiteit. In die periode begonnen de
ongewervelde dieren zich in verschillende richtingen te
ontwikkelen, te evolueren.
Toen zijn de oorspronkelijke voorvaderen van de tegenwoordige
oesters, spinnen, kreeften en zeesterren ontstaan. De zeedieren
uit die tijd, die schelpen hadden, bleven als fossielen bestaan.
We noemen die fossielen 'trilobieten'.
Het was in de daarop volgende 180.000 jaar, waarin het
Noordamerikaanse en Europese continent langzaam naar elkaar
toedreven, dat de eerste gewervelde dieren verschenen. De
vroege geschiedenis van de gewervelde dieren in minder makkelijk
te bestuderen dan die van hun ongewervelde verwanten, omdat ze
zich in zoet water ontwikkelden en weinig fossielen hebben
achtergelaten. Het is wel zeker dat ongeveer vierhonderd miljoen
jaar geleden de eerste vissen verschenen.
In het tijdperk dat 'Devoon' wordt genoemd, 390 miljoen jaar
geleden, waren de twee noordelijke werelddelen zo dicht bij
elkaar gekomen, dat zij Euramerika vormden. Het was op dat
continent, dat de gewervelde dieren voor het eerst het water
verlieten en aan land gingen. De oudste fossielen van
amfibie�n zijn gevonden op Groenland, dat in die tijd met
Euramerika bij de evenaar lag. De Sahara was toen bedekt met een
polaire ijskap.
Tegen het einde van het Carboon-tijdperk, ongeveer 280 miljoen
jaar geleden, lag Euramerika tegen het grote vasteland van
Gondwanaland aan. Ongeveer 55 miljoen jaar later botste Azi�
tegen de andere landmassa op. In die tijd werd het
Oeral-gebergte gevormd. Opnieuw ontstond er ��n vasteland, dat
Pangaea (alle landen) wordt genoemd.