W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : De mens - algemeen

De ontwikkeling van de apen

In de eocene tijd leefden in Amerika aapachtige wezentjes, afstammend van insecteneters, niet veel groter dan een muis en sterk gelijkend op hedendaagse halfaapjes uit het tropisch Azi� : de tupaia's.
In Noord Amerika waren de meeste soorten alweer uitgestorven tegen het einde van dit tijdperk, maar in het zuiden hielden ze stand en evolueerden in de loop van honderdduizenden jaren tot de breedneuzen, de karakteristieke apen van de Nieuwe Wereld.
In Afrika en Eurazi� liep de ontwikkeling van de apen vlotter van stapel. Gedurende het Eoceen leefden hier in de dichte tropische wouden talrijke soorten halfaapjes. Later, in het Oligoceen, werd het klimaat in Europa voor deze tere bosbewonertjes te ongunstig, maar in Afrika en Azi� ging de ontwikkeling ongestoord verder. Hier werden op spookdiertjes gelijkende halfapen, de Tarsioidea, waarschijnlijk de uitgangsvormen voor de mensapen.
Uit het Mioceen van Afrika en Azi� kent men al kleine gibbonachtige apen en al spoedig duiken ook grotere soorten op, die naast overeenkomsten met de hedendaagse mensapen ook onmiskenbaar menselijke trekken vertoonden. Vooral in het tropisch Afrika had de ontwikkeling van de mensapen een vlot verloop. Een zeer groot aantal fossielen werden onder verschillende wetenschappelijke namen beschreven, maar hebben waarschijnlijk voor een groot deel betrekking op een bijzonder merkwaardig mensapengeslacht, waarvan de plaats in de primatenorde nog heel onzeker is : het geslacht Australopithecus. Het merkwaardige van deze wezens, die voorzichtig geschat zowat een miljoen jaar geleden hebben geleefd, is de zeer hoge graad van ontwikkeling die zij bereikten. In hersengrootte overtroffen zij de hedendaagse mensapen, zij liepen rechtop, maakten jacht op allerlei dieren en leefden wellicht in holen. Deze wezens waren dus al behoorlijk op weg in de richting van de menswording, al hebben zij de werkelijke 'hominisatie', de grote sprong van dier naar mens, misschien nooit kunnen maken.
Deze bijzonder mensachtige apen zijn niet noodzakelijk de directe voorouders van de mens; er zijn zelfs vage aanwijzingen dat er in deze tijd al werkelijke mensen geleefd hebben. We zouden dan de voorouders van de mens veel verder in het verleden moeten zoeken.
De in 1963 door Leaky ontdekte schedel van de 'homo habilis' is volgens de nieuwste berekeningen 1,82 miljoen jaar oud. Maar het startpunt van de menselijke stamboom zal wel altijd in een dichte nevel gehuld blijven.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer