Rubriek :
Dier - algemeen
De savannen van Indo-China
Tussen het Indische vasteland en China ligt een groot
schiereiland, bijna 2900 km lang en 1625 km breed. Het wordt in
het noorden begrensd door de bergen van Szechwan (China), in het
westen door de Golf van Bengalen en in het oosten door de
Zuid-Chinese Zee. In het zuiden gaat het over in het zeer smalle
schiereiland van Malakka.
Dit
gebied, dat veel jonger is dan het Indische vasteland, bestaat
hoofdzakelijk uit drie typen landschap : moerassige laaglanden,
bergen en heuvels die met dichte tropische bossen zijn bedekt,
en een groot savannengebied. Dit savannengebied is een open
bosland met lange grassen en verspreide groepjes bomen, zoals
acacia's, jujube's, vijgen en palmen.
Het open bos wordt bevolkt door grote hoefdieren en andere
planteneters. Het vormt voor hen een ideaal leefgebied. De
grassen vormen een onuitputtelijke voedingsbron en de bomen een
veilige beschutting. De bodem is er weinig vruchtbaar en daarom
is het niet waarschijnlijk dat deze dieren uit hun woongebied
zullen verdreven worden door de mens.
Herten komen in deze gebieden in vele soorten voor, van de
geweiloze en ongeveer dertig cm hoge kantjils tot de reusachtige
sambar of paardhert. Uniek voor dit gebied - dus nergens anders
voorkomend - is de thamin of het Birmalierhert (zie foto). Dit
hert, dat aan de schouders bijna een meter hoog is en dan een
gewicht heeft van ongeveer honderd kg -, heeft een bijzonder
fraai, liervormig gewei. Dat maakt hem tot een geliefd object
voor trofee�n-jagers.
De wilde runderen zijn hier vertegenwoordigd met grote kudden
waterbuffels, gaurs, en twee unieke soorten : de banteng en de
kouprey.
De banteng is een iets kleinere verwant van de gaur. Hij heeft
ook dezelfde witte 'sokken' aan zijn poten. De banteng lijkt
meer op het Europese huisrund - de koe - dan enig ander wild
rund. Ook zijn vlees is voor de mens zeer smakelijk. Hoewel de
banteng zeer waakzaam is en een goed ontwikkeld gehoor en
gezichtsvermogen bezit, is hij in enkele streken praktisch
uitgestorven.
Van
de kouprey is zeer weinig bekend. Er leven trouwens nog slechts
enkele exemplaren van, misschien nog honderd of tweehonderd.
Over dat weinige wat men van de kouprey weet, zijn onder
dierkundigen enkele meningsverschillen ontstaan. In enkele
opzichten - vorm, bouw en grootte van de horens, zijn algehele
kleur - lijkt hij sterk op de waterbuffel. Maar in andere
kenmerken lijkt hij meer verwant te zijn aan andere runderen. Zo
is hij bijvoorbeeld bijna net zo groot als de reusachtige gaur
en heeft hij - net als de gaur en de banteng - witte 'sokken'.
Verder bezit hij halskwabben zoals die voorkomen bij het
Indische huisrund, de zeboe. Deze en nog andere kenmerken hebben
ertoe geleid dat sommige dierkundigen hem eerder als een
kruising opvatten dan als een echte soort.
Het vogelleven in het hier besproken landschap is bijzonder
belangwekkend en gevarieerd, van de grote saruskraanvogel en
ibis tot de kleine honingzuigers (zie foto). Honingzuigers zijn
de tegenhangers van de kolibri's in Amerika, hoewel ze er geen
verwanten van zijn, zelfs geen verre. Ze komen met de kolibri's
overeen in hun verscheidenheid aan dikwijls bonte kleuren en in
hun menu : nektar en insectjes. Enkele soorten kunnen zelfs,
heel kort, in de lucht hun voedsel opnemen, maar zo bedreven in
de vliegkunst als de kolibri's - die in de lucht stil kunnen
blijven hangen - zijn ze niet. Tot deze familie behoren ook de
zogeheten spinnenjagers, die niet van spinnen leven maar ook van
nektar, vooral van de bloesems van bananenbomen. Ze zijn niet zo
fel gekleurd, iets groter dan andere honingzuigers en ze hebben
in de regel een nog langere, ook omlaag gebogen snavel. De
spinnenjagers bouwen een prachtig nest van plantenvezels, dat ze
aan de onderkant van een breed blad ophangen.
Onder de zeer vele andere vogels treffen we er steltlopers,
boomklevers, buulbuuls, parkieten en enkele spreeuwachtige aan.
E�n daarvan is de kuifmaina, plaatselijk bekend onder namen als
'buffelpikker', omdat hij dikwijls op de rug van buffels
meerijdt om er zich te voeden met huidparasieten. Een andere
vogel is de herder- of treurmaina, een uitstekende imitator van
verschillende roepen van allerlei andere vogels.