W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Dier - algemeen

De tweeledige benaming

Sinds Aristoteles (zie foto) de dierenwereld uit zijn dagen catalogiseerde, werden voorlopig maar weinig pogingen ondernomen om dit systeem te verbeteren. De fundamenten, die in de oertijd van de wetenschap door enkele geniale geleerden gelegd werden, bleven eeuwenlang onaantastbaar gehandhaafd. Eerst in de achttiende eeuw durfde men met traditie en gezag van de grote pioniers breken. Zelfstandig waarnemen en experimenteren leidden tot nieuwe denkbeelden, veelal volkomen in strijd met de ingewortelde opvattingen uit vroegere dagen.
Ook de systematiek werd toen met aan het fanatieke grenzend enthousiasme beoefend. Voortbouwend op het levenswerk van John Ray die niet minder dan 18.000 planten beschreef en tot een min of meer natuurlijk stelsel samenvoegde, lanceerde de Zweedse botanicus Carolus Linnaeus (1707-1778) zijn bekende Systema naturae, een overzicht van de mineralen, planten en dieren : de stenen die groeien, de planten die groeien en leven, en de dieren die groeien, leven en voelen.
Duizenden soorten werden door hem in korte diagnosen vastgelegd. Hij brak daarbij definitief met de wijdlopigheid van zijn voorgangers en paste consequent de tweeledige benaming of binominale nomenclatuur toe : elk levend wezen kreeg een Latijnse naam toegewezen voor de soort en voor het geslacht, een wetenschappelijk etiket, waaruit dus het verband met andere soorten was af te leiden.
De gewone of bruine rat en de wat minder algemene zwarte worden beide tot het geslacht Rattus gerekend : het zijn twee soorten van hetzelfde geslacht. De volledige wetenschappelijke naam voor de bruine rat is Rattus norvegicus, voor de zwarte rat Rattus rattus. Muizen komen in veel opzichten met ratten overeen, maar er zijn toch genoeg verschilpunten om ze in een ander geslacht onder te brengen. Tot dit geslacht Mus behoort onder andere de huismuis, Mus musculus. Bosmuizen, dwergmuizen, brand- en hazelmuizen behoren tot andere geslachten.
De gewone, door Busbecquius uit Oost-Europa ingevoerde sering kreeg van Linnaeus de soortnaam vulgaris, wat 'algemeen' betekent. De uit de Kaukasus afkomstige Franse sering werd door hem persica gedoopt. Beide soorten behoren tot het geslacht Syringa, zodat de offici�le namen er aldus uitzien : Syringa vulgaris L. en Syringa persica L. De afkorting achter de soortnaam duidt dus op de auteur die deze naam in de wetenschap invoerde. Een uit Hongarije afkomstige soort werd door  de Weense baron von Jacquin, een tijdgenoot van Linnaeus, Syringa Josikaea Jacq. genoemd, Willdenow uit Berlijn is de auteur van de Chinese soort Syringa chinensis Willd., de Fransman Decaisne van de uit Japan afkomstige Syringa japonica Dcne.
Linnaeus' systeem van de planten berustte weliswaar op een bijna ongelooflijke soortenkennis, maar het val niet vrij te pleiten van een grote eenzijdigheid; het kwam niet uit boven het dorre en starre van een catalogus. Het stelsel was te kunstmatig, het miste de natuurlijke binding tussen de levensvormen als resultaat van een grootse ontwikkelingsgeschiedenis.    
                                       


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer