Rubriek :
Archeologie
De Vroege Middeleeuwen
Na de val van het
Romeinse Rijk in de vijfde eeuw volgde een lange periode van
ontwrichting en verandering in Europa en rondom de Middellandse
Zee. Uit die instabiliteit ontwikkelden zich vroegmiddeleeuwse
koninkrijken onder vorsten als Karel en Alfred de Grote, terwijl
moslimrijken de Middellandse Zee domineerden.
De macht van de christelijke kerk in Europa groeide, maar lag
onder constant vuur van Arabieren in het Zuiden en vikingen in
het Noorden. De vikingen in Scandinavi�, zeevarende handelaars,
vonden nieuwe zeeroutes en werden de eerste Europeanen die
Amerika bereikten. Nieuw materiaal heeft nieuw licht geworpen op
de diverse culturen in deze overgangsperiode.
Een Saksisch graf
Vanaf
het eind van het Romeinse Rijk in de vijfde eeuw, kwamen Zuid-
en Oost-Engeland onder invloed van een volk uit Duitsland,
Denemarken en de Lage Landen. Aanvankelijk was dat met invallen
en daarna begonnen groepjes nieuwkomers permanente
nederzettingen te bouwen. Geleidelijk verwierven ze zich een
plaats in de samenleving en kwamen zelfs tot een aristocratische
machtsovername ten koste van de oorspronkelijke bevolking. De
Saksen, afkomstig uit wat nu West-Duitsland is, zijn
archeologisch te onderscheiden door hun houten gebouwen en
graven en vrijwel alle kennis over hun cultuur weten we door
artefacten in hun graven. De ontdekking van een begraafplaats in
Winterbourne Gunner (Zuid-Engeland) bood archeologen een
uitstekende mogelijkheid het volk en zijn samenleving te
bestuderen. Gehoopt werd dat de opgravingen het gebruik en de
omvang van de begraafplaats en de grootte van de Saksische
nederzetting zouden onthullen. ( foto : deel van een
teruggevonden skelet met sierraden )
Op grond van de opgravingen kunnen we een aantal details over de
begraven persoon reconstrueren, zoals het uiterlijk. Het lichaam
was duidelijk van een volwassen vrouw die met enkele van haar
eigen sieraden was begraven. De locatie van de nederzetting
blijkt uit in de nabijheid gevonden potscherven en duidt dus op
een verband tussen nederzetting en begraafplaats, in de
archeologie een zeldzaamheid. Slechts anorganische materialen,
zoals fibula en speld, hebben de tand des tijds doorstaan, want
de kleding van de vrouw is allang vergaan. Het graf heeft
mogelijk nog andere bijgiften bevat die nu zijn vergaan, zoals
bloemen, leer, manden en eten. Deze elementaire alledaagse
voorwerpen kunnen zijn meegegeven om de vrouw op haar reis naar
het hiernamaals te steunen. De kraal, fibula en waarschijnlijk
ook de speld moeten kostbaas geweest zijn, naar verluidt
onmisbaar in het hiernamaals.
Zelfs met het scala van voorwerpen dat rondom haar lichaam werd
gevonden, kunnen archeologen toch alleen maar speculeren over de
begrafenisriten die bij haar graf zijn uitgevoerd.