Rubriek :
Dier - algemeen
De Zuidamerikaanse
kustwoestijn
Tussen het
Andes-gebergte en de Stille Oceaan ligt een lange, zeer smalle
kuststrook die volledig verschilt van de tropische oerwouden die
op ongeveer 330 kilometer afstand aan de andere zijde van het
Andes-gebergte liggen. Afgezien van een klein gebied met
tropisch oerwoud in het uiterste noorden en een wat grotere,
maar smallere strook met gemengd bos in het uiterste zuiden, is
de hele kuststrook onherbergzaam en kaal. Dit hele kustgebied
van het noorden van Peru tot ver in Chili is een typische
woestijn. Het heeft grote stroken stuifzand. Met uitzondering
van een enkele begroeide rivierloop is deze woestijn over een
lengte van meer dan drieduizend kilometer onbegroeid. Deze
woestijn dankt zijn bestaan aan de Humboldt Golfstroom, die het
ijskoude water van het zuidpoolgebied naar Peru brengt. De wind,
die doorgaans over de koude Golfstroom heen blaast, verandert het
normale patroon van een zeeklimaat. Deze wind brengt geen regen,
maar verdamt het weinige vocht dat er is. Hierdoor is een voor
de wereld unieke kustwoestijn ontstaan. Hoewel deze woestijn
zich op de westelijke hellingen van de Andes voortzet, hangt er
op grotere hoogten een dek van mist en wolken, waardoor er
voldoende vocht in de grond trekt om plantengroei mogelijk te
maken.
Als gevolg van de onvruchtbaarheid is het dierenleven in het
kustgebied zeer beperkt. Hoewel er in de meer vruchtbare streken
zoals in de bossen in het noorden en in de riviervalleien een
rijkgeschakeerd dierenleven was, heeft de intensieve landbouw
die daar de laatste tientallen jaren wordt beoefend, het aantal
diersoorten sterk teruggebracht.
Het beste overleefden in het noorden het Braziliaanse konijn,
het negenband-gordeldier en de tayra, een Zuidamerikaanse
martersoort. In de zuidelijke gemengde bossen leeft de zeer
schuwe en zeldzame Chileense poedoe, de kleinste van alle
herten. In de grote kuststreek worden verder weinig zoogdieren
aangetroffen. Hagedissen, gekko's en padden komen er
betrekkelijk veel voor. De guanaco wordt tijdens het zoeken van
voedsel wel op hoogten van bijna vierduizend meter gezien. Aan
het strand belaagt een daar levende vossensoort de zeevogels,
die zijn dagelijks voedsel vormen. Een andere zwerver van het
gebied langs de kust is de kustotter, die vaak de rivieren
optrekt op zoek naar steurgarnalen. De lange kustlijn biedt
ruimte aan veel vogelsoorten. Er zijn landvogels als de
cactus-winterkoninkjes, vliegenvangers, ovenvogels en bosvogels
zoals papegaaien en kolibries. Van de watervogels zijn het
voornamelijk de reigersoorten die in de lagunes en
mangrove-moerassen hun kostje opscharrelen. Verder zijn er veel
doortrekkende zeevogels, zoals de fregatvogel en soms zelfs de
Galapagos-albatros. Op zee floreert het leven beter. Op zijn weg
van de zuidpool brengt de Humboldt Golfstroom enorme scholen
ansjovis mee. Deze vissoort propt zich vol plankton, waaraan het
water daar zeer rijk is. Deze ansjovis vormt op zijn beurt weer
het voedsel voor zeevogels, zoals de bruine pelikaan, de
Incastern en de guanay of Peruviaanse aalscholver (zie foto). De
mest van deze vogels, bekend als Chili-salpeter of guano, is ��n
van de beste meststoffen voor de landbouw en wordt naar vele
landen uitgevoerd.