Rubriek :
Historische figuren
Demosthenes
Demosthenes (Athene
384 - Calauria 322 v.C.), Atheens democratisch staatsman en
redenaar, de grootste redenaar van de oudheid. Demosthenes
verloor op 7-jarige leeftijd zijn zeer bemiddelde vader; zijn
voogden verspilden het vermogen en Demosthenes, inmiddels
leerling van Isaeus geworden, behaalde ca. 363 zijn eerste
succes als pleiter in een proces tegen hen, dat hem een deel van
het vermogen terugbezorgde. Inmiddels werkte hij als logograaf (d.i.
schrijver van procesredevoeringen voor anderen). De handicap van
een zachte stem en van aangeboren verlegenheid belette hem
voorshands zelf op te treden. Maar met ijzeren wilskracht wist
hij zich te trainen (anekdotes als die volgens welke hij
kiezelsteentjes in de mond zou hebben genomen moet men echter
niet serieus nemen). In 354 hield hij zijn eerste politieke
redevoering. Weldra ontpopte hij zich als de centrale figuur in
het verzet tegen Philippus II van Macedoni�. In 349 zweepte hij
met zijn eerste filippica en zijn drie Olynthische
redevoeringen, voorlopig zonder succes, het Atheense volk op tot
weerstand tegen het Macedonische imperialisme, dat zich in die
jaren vooral keerde tegen Athenes bases aan de noordkust van de
Ege�sche Zee.
In de volgende jaren achtte ook Demosthenes een adempauze in de
actie tegen Macedoni� nodig en werkte hij mee aan het tot stand
komen van de Vrede van Philocrates (346). Toen daarop Philippus
vaste voet in Midden-Griekenland kreeg door zijn ingrijpen in de
Heilige Oorlog, werd het Atheense publiek wakker geschud en de
invloed van Demosthenes nam toe. Hij richtte zich fel tegen de
pro-Macedonische Aeschines en wist - met een scherp oog voor de
betekenis van deze levensader voor Athenes economie - steun voor
Byzantium tegen Philippus door te zetten. Van 344 tot 341
volgden de tweede, derde en vierde filippica; in deze tijd
ontzag Demosthenes zich niet met Perzi� te onderhandelen. Hij
kreeg, toen in 340 Byzantium werd aangevallen, vele Griekse
staten aan Athenes zijde, ten slotte ook Thebe. Op het slagveld
van Chaeronea (2 aug. 338) ging echter de vrijheid ten onder.
Demosthenes hield de lijkrede op de gevallenen. In 336 zag
Alexander [Macedoni�] van een aanvankelijk ge�iste uitlevering
van hem af. In 330 kreeg hij in zijn rede 'over de krans' (een
gouden krans, die hem door zijn tegenstanders misgund werd) nog
eens de gelegenheid alle fundamentele aspecten van zijn politiek
uiteen te zetten. In 324 werd hij gevangengezet op beschuldiging
geld van Harpalus, die grote sommen van Alexander verduisterd
had, te hebben aangenomen, en veroordeeld tot een enorme boete,
die hij niet kon betalen. Hij nam de wijk, doch keerde nog
��nmaal terug na Alexanders dood in 323 om de Lamische Oorlog te
leiden. Toen Antipater Athene bezette, werd Demosthenes op
voorstel van Demades ter dood veroordeeld. Hij vluchtte naar het
eiland Calauria; toen hij daar vervolgd werd, nam hij in de
Poseidontempel vergif in.
Van zijn redevoeringen, meesterstukken van welsprekendheid zowel
om hun sterke, gevarieerde taal als om de sierlijke en
doelmatige compositie, zijn er 61 bewaard gebleven.