Rubriek :
Historische figuren
Diederik van de Elzas
Diederik van de
Elzas (gest. Grevelingen 4 jan. 1168), graaf van Vlaanderen van
1128 tot 1168, zoon van Diederik II, hertog van
Opper-Lotharingen, en van Gertrudis, dochter van Robrecht de
Fries, graaf van Vlaanderen, kon via zijn moeder na de moord op
graaf Karel de Goede (1127) rechten doen gelden op de troon van
Vlaanderen. Hij nam de strijd op tegen Willem Clito, eveneens in
de moederlijke lijn afstammend van de Vlaamse graven en door de
Franse koning Lodewijk VI als graaf aan Vlaanderen opgedrongen.
Diederik versloeg met de steun van de Vlaamse steden zijn
tegenstander en kon zich in Vlaanderen als graaf doen erkennen
(1128). In de strijd tussen Frankrijk en Engeland wist hij een
neutrale positie te bewaren, hetgeen de Vlaamse handel ten goede
kwam. Onder zijn regering konden de steden zich ontwikkelen en
werden zij organisatorisch uitgebouwd. Door zijn tweede huwelijk
(1134) met Sibylla, dochter van Fulco van Anjou, koning van
Jeruzalem, legde hij bijzondere belangstelling voor het Oosten
aan de dag. Hij ondernam vier reizen naar het H. Land, waarvan
hij het te Brugge bewaarde H. Bloed zou hebben meegebracht.
Tijdens zijn derde reis (1157-1159) vertrouwde hij het
regentschap toe aan zijn zoon Filips, aan wie hij v��r zijn
vierde reis, in 1164, definitief de regering overliet.
Uit zijn eerste huwelijk, met Suanahildis (gest. 4 sept. 1133),
had hij een dochter, Lauretta; uit zijn tweede huwelijk kwamen
zeven kinderen voort.