Het
dikkopje
Het dikkopje of Pomatoschistus
minutus.
Beschrijving
Eerste rugvin met zes tot zeven vinstralen,
tweede rugvin met elf tot dertien; anaalvin met
elf tot dertien; borstvinnen met 19-21; 60-75
schubben van borstvin tot staart.
Lichaam lichtbruin tot zandkleurig met een
netwerk van donkere vlekjes over het gehele
lichaam, het duidelijkst aan de rugzijde. Vijf
roestbruine vlekken op de flanken tussen de
borstvinnen en de staart; donkere vlek op de
staartwortel. Vage dwarsbanden op de rugzijde.
Mannetjes in het voorjaar met vijf tot zes
brede, verticale, donkere banden op de flanken
en een witomrande, zwarte vlek op de achterrand
van de eerste rugvin. Geen driehoekige, donkere
vlek op de basis van de borstvinnen. Slank
lichaam; koplengte ongeveer gelijk aan de
afstand tussen tweede rugvin en staartvinbasis.
Bovenkant van de kop tot eerste rugvinstraal met
schubben.
In de herfst komen dikkopjes massaal in de
Waddenzee voor. In de winter trekken ze naar zee
als de temperatuur van het Waddenzeewater onder
de 2,5 graden Celsius zakt. Ze paaien buiten de
Waddenzee in diep water. Dikkopjes worden twee
jaar oud. Hun voedsel bestaat voornamelijk uit
roeipootkreeftjes, vlokreeften, aasgarnalen en
vissenlarven (onder andere van de tong).
Lengte
Maximaal elf cm.
Verspreiding
Europese kusten, Noordzee. Langs onze kust
algemeen, zowel in brak water als in zee, tot
veertig meter diepte.
|