De
doornenkroon
Orde
: Spinulosida - familie : Acanthasteridae -
geslacht : Acanthaster en soort Acanthaster
planci. De doornenkroon is ��n van de
tweeduizend zeesterren in de klasse Asteroidea.
Ze hebben allemaal een rond lichaam met
uitstralende armen die vari�ren in aantal en
lengte.
De doornenkroon, met zijn vele armen en zijn
lange, giftige stekels, ziet er afschrikwekkend
uit en heeft de reputatie ��n van de meest
destructieve zeedieren te zijn. Deze zeester
voedt zich gulzig met de levende koralen die de
tropische koraalriffen vormen. Soms verzamelen
ze zich met tienduizenden en trekken ze als een
langzaam oprukkend leger over een koraalrif, een
slagveld van verwoest koraal achterlatend dat
jaren nodig heeft om te herstellen.
Natuurbeschermers zoeken manieren om de
doornenkroon onder controle te houden. Het
aanbrengen van hekken onder water rond kleine
stukken rif houdt de volwassen zeesterren
buiten, maar een dergelijk project is nauwelijks
op grote schaal realiseerbaar en houdt de larven
van het dier niet tegen. Een andere mogelijkheid
is het gebruik van biologische
beheersingsmethoden, zoals het introduceren van
roofvijanden, maar daarbij bestaat het risico
dat het ecologisch evenwicht wordt verstoord.
Volwassen doornenkronen eten kleine koraaldieren
en poliepen, die in kolonies riffen vormen. De
zeester heeft een bijzondere manier om een
maaltijd te bemachtigen. Hij stulpt zijn maag
door zijn mond naar buiten en plaatst die rond
het koraal. Spijsverteringssappen breken de
zachte poliep af, waarna deze door de darmen
wordt geabsorbeerd. Daarna begeeft de
doornenkroon zich naar een nieuwe voederplaats,
enkel witte skeletten achterlatend. Hij geeft de
voorkeur aan vertakkende en plaatachtige
koralen. Als koralen schaars zijn, eet de
zeester algen of tweekleppige schelpdieren. Hij
kan bij gebrek aan voedsel tot kannibalisme
overgaan.
Doornenkronen planten zich voort in de warmere
seizoenen, tussen november en januari. De
mannetjes en vrouwtjes paren niet fysiek. De
vrouwtjes leggen hun eitjes in het water terwijl
aanwezige mannetjes, aangetrokken door een
chemische stof die de schietende vrouwtjes
produceren, hun sperma loslaten. Als de eitjes
bevrucht zijn, ontwikkelen ze zich tot larven
die in de oceaan drijven en verscheidene
ontwikkelingsfasen doorlopen.
De doornenkroon heeft honderden buisvormige
zuignapvoetjes aan de onderzijde van zijn armen.
Deze zeesterren bewegen zich langzaam voort en
verzamelen zich soms in grote groepen op een
rif. Dit verschijnsel wordt een uitbraak genoemd
en wordt nog niet geheel begrepen. Het kan te
maken hebben met de stromingen of met een
overvloed aan voedingsstoffen door afvalstoffen
van landbouw, die grote aantallen zeesterlarven
in staat stellen te overleven.
|