Dromedaris
Groep : op het land levende
zoogdieren
Een
dromedaris is humeurig, stinkt en spuugt, maar
is toch van uitzonderlijk belang voor volken die
in de woestijn leven. In bijbelse tijden was hij
in het wild al uitgestorven, maar hij is
gedomesticeerd en dient de mens sinds duizenden
jaren. Er komen wel verwilderde dromedarissen
voor. De dromedaris is erop gebouwd dorst te
verdragen en zware lasten te versjouwen. Hij is
bestand tegen de extreme hitte en kou van de
Arabische woestijn.
Verwilderde dromedarissen zijn kuddedieren.
Jonge mannetjes vormen vrijgezellengroepen,
terwijl kuddes van volwassen dieren voornamelijk
uit vrouwtjes bestaan. In de paartijd leidt ��n
volwassen mannetje een groep van maximaal dertig
vrouwtjes. Dieren binnen een kudde sluiten
verbanden, die ze na een scheiding weer
herstellen. Ze voelen zich ook verbonden met de
omgeving waar ze 'thuis' zijn. Er zijn gevallen
bekend van dromedarissen die 1600 km aflegden om
naar hun geboortegrond terug te keren nadat ze
verhandeld werden. Niemand weet precies hoe ze
zich ori�nteren. Buiten de paartijd trekken de
kuddes vreedzaam langs bekende paden in een rij
rond, op zoek naar voedsel.
Met meer dan tien miljoen gedomesticeerde en
verwilderde dromedarissen is de soort niet
bedreigd. Veel woestijnvolkeren zijn eeuwenlang
op de dromedaris aangewezen voor vervoer en als
bron van vlees, melk, leer en wol. Een
dromedaris kan zijn berijder in ��n dag zo'n 195
kilometer vervoeren ! Er zijn minstens twintig
verschillende rassen van dromedarissen gekweekt.
Een dromedaris kan ruim veertien dagen zonder
drinken, hoewel hij meestal maar vijf tot acht
dagen hoeft te wachten. Een vochtverlies van
veertig procent van zijn normale lichaamsgewicht
kan hij overleven, terwijl mensen bij een
verlies van twaalf procent al gevaar lopen. Een
dromedaris eet woestijnplanten die lange wortels
hebben en soms wel voor tachtig procent uit
water bestaan. Veel van deze planten zijn rijk
aan mineralen, die de dromedaris goed kan
gebruiken, maar ze zijn zo zout dat andere
dieren er niet van eten. Om water te besparen
wordt er aan de uitwerpselen maar heel weinig
vocht toegevoegd. Bij gebrek aan voedsel halen
de dromedarissen voedingsstoffen uit hun urine.
De paartijd valt in de koele maanden, van
januari tot mei. Volwassen mannetjes wedijveren
om de vrouwtjes. Een ouder mannetje paradeert
tandenknarsend en kwijlend langs een rivaal. Het
zachte vel van zijn gehemelte blaast hij op als
een gigantische bel kauwgum. Hij piest en poept
en stelt zich met gespreide poten tegenover het
andere mannetje. Vaak is dit voldoende, maar
soms komt het tot een gevecht op leven en dood.
De winnaar krijgt niet ��n, maar soms wel dertig
vrouwtjes. Het jong drinkt binnen een paar uur
bij de moeder en kan na een dag lopen. Ze voegen
zich al snel weer bij de kudde.
|