Rubriek :
De mens - geschiedenis
De Duitse eenheid
Nadat het Parlement
van Frankfurt een mislukking was geworden, ging de koning van
Pruisen toch voorzichtig door met pogingen om te komen tot
Duitse eenheid. Hij wilde tussen de Duitse staten een unie tot
stand brengen, die met Oostenrijk een bond zou sluiten. Hij
durfde duidelijk Oostenrijk er niet buiten te houden. Dankzij de
activiteiten van de Pruisische koning kwam er een bondsparlement
te Erfurt bijeen. Er kwam ook een grondwet. Maar Oostenrijk was
het met deze gang van zaken helemaal niet eens en dwong Pruisen
alles ongedaan te maken.
In 1858 werd Wilhelm I regent in Pruisen. In 1861 werd hij
koning en hij bleef dat tot 1888. Hij wilde graag de Duitse
eenheid tot stand brengen, onder leiding van Pruisen. Maar als
altijd stond Oostenrijk in de weg. Daarom wilde Wilhelm I het
leger hervormen. De legerhervorming moest plaatsvinden onder
leiding van Von Moltke en met Von Roon als minister van Oorlog.
Het Huis van Afgevaardigden, waar de liberale Fortschrittspartei
de meerderheid had, was tegen de legerhervorming. Koning Wilhelm
I overwoog zelfs af te treden. Maar de benoeming van Otto von
Bismarck tot eerste minister in 1862 veranderde alles. Von
Bismarck was van mening dat de grote problemen van zijn tijd
niet met praten en door middel van democratische besluitvorming
konden worden opgelost, maar alleen door 'bloed en ijzer'.
Von Bismarck ging doelbewust op de Duitse eenheid af. Toen in
1863 de Deense koning het hertogdom Sleeswijk inlijfde, dat een
personele unie met Denemarken vormde, begon Pruisen samen met
Oostenrijk een oorlog tegen Denemarken. Denemarken verloor die
oorlog. Vervolgens maakte Pruisen ruzie met Oostenrijk over
beide hertogdommen. In de oorlog die daarop volgde, bleek de
uitstekende kwaliteit van het Pruisische leger op overtuigende
wijze. Door de Oostenrijkse nederlangen bij Sadowa en K�niggr�tz
lag de weg naar Wenen open. In 1866 kwam de Vrede van Praag tot
stand. Pruisen lijfde een groot aantal Duitse gebieden in, onder
andere Sleeswijk-Holstein en Hannover. Alle staten ten noorden
van de rivier de Main werden verenigd in de Noord-Duitse Bond.
Velen van de Fortschrittspartei waren zo geestdriftig, dat ze
voortaan met Von Bismarck wilden samenwerken. Zeer bezorgd werd
Frankrijk, dat een Pruisisch overwicht in Europa vreesde.
In 1867 begon Frankrijk zijn leger te hervormen. De Franse
legerleiding had groot vertrouwen in een zeer geheim wapen, de
mitrailleuse. In de buitenlandse politiek zocht Frankrijk
toenadering tot Itali� en Oostenrijk. Voordat de diplomatieke
activiteiten echter vrucht konden afwerpen, brak de Frans-Duitse
Oorlog al uit. De aanleiding was betrekkelijk gezocht. De
mogelijkheid dat er in Spanje een lid van het huis Hohenzollern
op de troon zou komen, iemand die dus verwant was aan het
Pruisische koningshuis, wekte onrust in Frankrijk, zoals ook
tijden Karel V was gebeurd. De kandidaat voor de Spaanse troon
koos de wijste partij en trok zich terug. De Fransen wilden
echter een wat klinkender overwinning. Ze vroegen de Pruisische
koning te verklaren dat hij nooit meer voor zoiets zijn
toestemming zou geven. De Pruisische koning liet weten, dat hij
zoiets niet kon en dat wat hem betrof de zaak was afgedaan. Dit
telegrafeerde hij naar Von Bismarck. Deze publiceerde het
telegram in verkorte vorm, zodat het een bitse toon kreeg,
waardoor de Fransen zich wel gegriefd moesten voelen. Het gevolg
was een Franse oorlogsverklaring op 19 juli 1870.
De oorlog verliep van het begin af aan voor de Fransen
allerongelukkigst. Tenslotte werd de hoofdmacht van het Franse
leger ingesloten met Metz. Een poging om de stad Metz te
ontzetten, liep uit op de nederlaag bij Sedan. De Franse keizer
Napoleon III werd gevangen genomen. In januari 1871 kon Von
Bismarck de Duitse eenheid uitroepen in de Spiegelzaal van
Versailles. Bij de Vrede van Frankfurt moest Frankrijk
Elzas-Lotharingen afstaan en vijf miljard francs
oorlogsschatting betalen.