De
dwergbolk
De
dwergbolk of Trisopterus minutus.
Beschrijving
Eerste rugvin met 11-15, tweede rugvin met 19-26
en derde rugvin met 17-24 vinstralen. Eerste
anaalvin met 25-31 en tweede anaalvin met 17-24
vinstralen.
Rug geelbruin, flanken lichter en buik
zilvergrijs. Kleine zwarte stip aan de bovenkant
van de basis van borstvinnen. 's Nachts geen
banden op het lichaam. Slank lichaam met alle
vinnen vlak bij elkaar, maar niet zo dicht tegen
elkaar als bij de steenbolk. De voorste straal
van de eerste anaalvin vlak achter de eerst
rugvin. Lange kindraad. Bovenkaak langer dan de
onderkaak.
Dwergbolken zijn algemener dan vroeger werd
aangenomen. Ze leven in kleine scholen en hebben
geen commerci�le betekenis. Ze worden meestal
niet herkend tijdens de vangstverwerking aan
boord. Ze worden teruggegooid of tot vismeel
verwerkt.
Lengte
Maximaal 26 cm.
Verspreiding
Noordoost-Atlantische Oceaan en Noordzee. Langs
onze kust minder algemeen. In 1965 werd het
eerste exemplaar van de dwergbolk als zodanig
herkend en in de Nederlandse fauna opgenomen.
|