De
dwergpotvis
De
dwergpotvis of Kogia breviceps. Grootte :
lichaamslengte 2,7 tot 3,4 meter en gewicht
driehonderd tot vierhonderd kilogram. Uiterlijk
: kleine, dolfijnachtige walvissen met een vrij
korte, stompe kop en een smalle, korte
onderkaak. Grijs, zwart of donkerbruin aan de
bovenzijde, onderzijde is lichter. In beide
onderkaakshelften twaalf tot zestien puntige,
naar achter gebogen tanden, scherp maar zonder
glazuur. De rugvin zit vrij ver achter op het
lichaam.
Verspreidingsgebied : tropische en gematigd
warme wateren van alle oceanen; de meeste
strandingen hebben plaatsgevonden in het zuiden
van de Verenigde Staten, zuidelijk Afrika,
zuidoostelijk Australi� en Nieuw-Zeeland. Van de
Nederlandse kust is ��n stranding bekend en van
de Belgische kust geen enkele. Een tamelijk
zeldzame en schuwe soort, wijd verspreid in
warme oceanen maar nergens talrijk; wordt vaak
aangetroffen in groepjes van drie tot vier
dieren. Er is weinig bekend over zijn biologie.
Dwergpotvissen worden bij vlagen en plaatselijk
bejaagd in de Grote Oceaan, maar dit heeft
weinig effect op de totale populatie. Zij voeden
zich voornamelijk met pijlinktvis en vis.
|