De
dwergtong
De
dwergtong of Buglossidium luteum.
Beschrijving
Rugvin met 65-78 vinstralen; anaalvin met 49-60;
55-71 schubben op de zijlijn.
Rechterzijde van het ovale lichaam zandkleurig
tot geelbruin met onregelmatig verspreide en
gevormde bruine vlekjes; linkerzijde geelwit. In
de rug- en anaalvin is om de vijfde of zesde
vinstraal een donkere vinstraal aanwezig. Door
dit kenmerk is de dwergtong goed te
onderscheiden van jonge exemplaren van de tong.
Ogen op de rechterzijde; slank lichaam met
kleine kop en kleine bek. De linkerborstvin is
niet volgroeid en bestaat slechts uit een lange
en twee korte vinstralen.
Dwergtongen kunnen ongeveer tien jaar oud
worden; hun maximale lengte bereiken ze reeds in
hun derde levensjaar. Hun paaitijd is van eind
mei tot begin augustus. Het voedsel bestaat
overwegend uit kleine wormen en kreeftachtigen.
Lengte
Maximaal dertien cm.
Verspreiding
Oost-Atlantische Oceaan, Noordzee en Oostzee.
Langs onze kust algemeen.
|