Rubriek :
Historische figuren
Edouard Manet
Manet, Édouard
(Parijs 23 jan. 1832 - aldaar 30 april 1883), Frans schilder,
lithograaf en etser, wordt tot de impressionisten gerekend,
hoewel hij zich in zijn werk in verschillende opzichten van hen
onderscheidde. Van 1850 tot 1856 werkte Manet in het atelier van
T. Couture. In het Musée du Louvre kopieerde hij schilderijen
van Titiaan, Tintoretto, Goya en vooral Velázquez. In 1853
bereisde hij Italië, daarna België, Nederland, Oostenrijk en
Duitsland. Terug in Parijs ontwikkelde hij al spoedig een
persoonlijke stijl van vlakke composities met grote
kleurvlakken, scherpe contouren en contrastwerking tussen
donkere en lichte partijen. Zijn Buveur d'absinthe (1859; Ny
Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen) stuitte op felle tegenstand in
de conservatieve jury van de Salon door zijn frisse directheid,
die zo sterk afstak bij wat in die tijd werd bewonderd. Met zijn
Guitarrero (1861; Coll. Osborn, New York) toonde hij voor het
eerst zijn enthousiasme voor Spanje; zijn werk uit de jaren
zestig is door Goya beïnvloed, o.a. De terechtstelling van
keizer Maximiliaan van Mexico (1867, Städtische Kunsthalle,
Mannheim).
In 1863, toen al zijn schilderijen door de Salon werden
geweigerd, begon een moeilijke tijd. Wel werd in dat jaar de
Salon des Refusés ( 'Salon der Afgewezenen') geopend en kon hij
daar zijn werk met o.a. dat van Jongkind en Pissarro
tentoonstellen, maar zijn Déjeuner sur l'herbe en Olympia (beide
1863; Musée d'Orsay, Parijs) werden scherp gekritiseerd, niet
alleen wegens de thematiek, maar ook door de vlakke
schilderwijze. Pas in 1864 vond zijn werk in Émile Zola een fel
verdediger, toen De fluitspeler (Musée d'Orsay, Parijs) op de
Salon werd geweigerd. In 1867 opende Manet zijn eerste
tentoonstelling in een barak op de Place de l'Alma. Een aantal
jonge schilders, de latere impressionisten, toonde er veel
bewondering voor; zij beschouwden hem weldra als hun leider.
Erkenning van zijn schilderkunst ondervond hij echter nog steeds
slechts in beperkte kring. Toen Mallarmé in 1874 zijn werk
verdedigde, illustreerde hij als dank diens vertaling van The
raven van Edgar Allan Poe met litho's, die zich door hun
prachtige zwart-witwerking onderscheiden. In de jaren zeventig
werkte hij ook wel direct in de open lucht en gebruikte hij
lichtere kleuren, in losser verband geschilderd. De
onderschildering, door de impressionisten afgeschaft, bleef voor
hem veel langer van betekenis; de systematische kleurverdeling,
kenmerkend voor de meeste impressionisten, is daarentegen niet
in zijn werk te vinden. Evenmin wijdde hij zich aan de zuivere
landschapschilderkunst; de figuren blijven in zijn schilderijen
een belangrijke plaats innemen.
Manets neiging tot indelen van de compositie in grote
verfvlakken en geen gebruik te maken van de perspectivische
illusie, maakte hem tot een voorloper van de moderne kunst. Van
verscheidene bekende persoonlijkheden, o.w.Georges Clemenceau,
T. Duret, É. Zola, Proust en Mallarmé, schilderde Manet het
portret. In de laatste jaren voor zijn dood maakte hij vnl. nog
stillevens en bloemen, vooral pastels. Manet was gehuwd (in
1863) met de Nederlandse Suzanne Leenhof. Manets jongere broer
Eugène was gehuwd met de schilderes Berthe Morisot.