Rubriek :
Historische figuren
Edvard Grieg
Grieg, Edvard
Hagerup (Bergen 15 juni 1843 - aldaar 4 sept. 1907), Noors
componist, was de belangrijkste Noorse componist in de
romantisch-nationalistische periode in de 19de eeuw, tevens een
vermaard pianist. Hij ontving de eerste muzieklessen van zijn
moeder en ging op 15-jarige leeftijd op aanraden van Ole Bull
aan het conservatorium van Leipzig studeren, bij o.a. E.F.
Wenzel (piano), die hem met de muziek van Robert Schumann
vertrouwd maakte. Later studeerde hij nog bij Moscheles (piano)
en bij Reinecke (compositie). Tijdens een verblijf in Kopenhagen
(1863) kwam hij in contact met Niels Gade. Hij componeerde in
het daarop volgende jaar op Gades advies een symfonie, een vorm
die hem echter het minst lag. Van groot belang was zijn
vriendschap tijdens zijn tweede verblijf in Kopenhagen
(1864-1865) met Richard Noordraak, die hem met de Noorse
volksliederen in kennis bracht, waardoor Griegs kunst definitief
werd bepaald tot het romantisch nationalisme (Humoreske voor
piano op. 6), zie ook romantiek. Bij een concert van uitsluitend
Noorse werken (1866 te Oslo) trok hij zeer de aandacht en werd
zijn naam als componist gevestigd. In 1867 ontstond de eerste
bundel van de Lyrische St�cke voor piano (op. 12) en in 1868 in
Denemarken het pianoconcert in a kleine terts. In 1869 ontmoette
hij in Rome Liszt, die hem sindsdien sterk steunde.
In het begin van de jaren zeventig schreef Grieg enige
koorwerken w.o. de cantate Landkjanding voor mannenstemmen,
orkest en orgel en in 1875 voltooide hij de muziek bij Ibsens
Peer Gynt (in 1891 door Grieg bewerkt tot twee suites). Van 1880
tot 1882 was hij dirigent van de Muziekvereniging Harmonie te
Bergen. In 1885 vestigde hij zich voorgoed op zijn landgoed
Troldhaugen bij Bergen (thans concertzaal voor
kamermuziekuitvoeringen), maar maakte tot zijn dood uitgebreide
concertreizen. Hij had een grote invloed op de
professionalisering van het Noorse muziekleven. Grieg was gehuwd
met zijn nicht Nina Hagerup, die zeer voor zijn liederen heeft
geijverd. Hij was bevriend met Julius R�ntgen, Liszt,
Tsjaikovski, Brahms, Reger en Mengelberg en ontving vele
onderscheidingen, o.a. eredoctoraten van Cambridge en Oxford. In
zijn muziek ontwikkelde hij, na aanvankelijke invloeden van
Mendelssohn en RobertSchumann, een zeer persoonlijke en lyrische
stijl. Hij werd sterk ge�nspireerd door de Noorse
folkloristische muziek, waarin hij zowel zijn kracht als zijn
begrenzing vond en waarvan hij voor diverse bezettingen talloze
arrangementen maakte. De volksmuziek had grote invloed op Griegs
geavanceerde harmonische klankvoorstelling, die een vrije
dissonantbehandeling en veel chromatiek toestond. Vanaf 1870
verschenen er impressionistische elementen in zijn werk zoals
parallelle akkoordprogressies en niet-functionele harmoniek. Het
strijkkwartet in 9 kleine terts op. 27 (1877-1878), een van zijn
meest attractieve werken, anticipeerde op het strijkkwartet van
Debussy. Zijn liederen, die met de pianomuziek een belangrijk
deel van zijn oeuvre vormen, zijn zeer populair geweest. Van
zijn orkestmuziek wordt behalve de toneelmuziek bij Peer Gynt
ook de Holbergsuite (1884-1885) nog steeds uitgevoerd.