| 
													
														De
															ekster
													
													
 
  Orde
														: Passeriformes - familie : Corvidae - geslacht
														: Pica en soort : Pica pica. Omdat hij eieren en jongen uit de nesten van
														andere vogels zou roven, heeft de ekster een
														negatief imago gekregen. Hoewel deze arrogante,
														zelfverzekerde vogel nesten leegrooft en
														allerlei glimmende dingen hamstert, bestaat zijn
														hoofdvoedsel uit insecten, fruit en granen.
 Eksters vormen paren voor het leven en
														gebruiken, als ze niet worden verstoord, hun
														hele broedzame leven hetzelfde territorium. Ze
														paren in de lente en leggen midden tot eind
														april hun eieren. Het mannetje en het vrouwtje
														bouwen samen het nest, veelal in een
														doornachtige boom of hoge struik, maar soms in
														lage bosjes of op de grond. Het lijvige nest
														heeft een komvorm. Het vrouwtje legt vijf tot
														zeven blauwgroen gespikkelde eitjes, die ze 17
														tot 18 dagen bebroedt terwijl het mannetje haar
														voedt. Als de eitjes zijn uitgekomen, voeden
														beide ouders de jongen, die 24 tot 30 dagen
														later volwassen zijn.
 Eksters zijn opportunisten die bijna alles eten
														wat ze maar kunnen vinden. In de lente en de
														zomer, als er volop voedsel aanwezig is, eten ze
														vooral wormen, slakken en insecten, zoals
														sprinkhanen en kevers. In de herfst en winter is
														dit voedsel moeilijker te vinden en bestaat hun
														dieet meer uit vruchten en zaden. Ook eten ze
														wel aas en kleine dieren. Tevens staan de jongen
														en eitjes van andere vogels op het menu van de
														ekster. Deze gewoonte wordt echter door de
														mensen aangedikt.
 Eksters komen veel en in allerlei soorten
														leefgebied voor, al geven ze de voorkeur aan
														open grasland met dichte heggen of verspreid
														staande bomen en worden ze vaak bij bosranden of
														open plekken in het bos aangetroffen. Ze
														vertoeven graag in de buurt van open gebied,
														waar ze op de grond ruimschoots naar eten kunnen
														zoeken, en ze gebruiken bomen en struiken om
														zich in te verschuilen en om in te nestelen en
														te slapen. Eksters zijn territoriale dieren die
														zich soepel aan de gewijzigde situatie op het
														platteland hebben aangepast. Ze komen steeds
														vaker in stedelijk gebied voor.
 In de lente vinden er soms lawaaierige
														samenscholingen van wel honderd eksters plaats.
														De vogels springen en banjeren rond, waarbij ze
														kwetterend achter elkaar aanzitten. Sommige
														laten hun witte vleugels en staartveren zien
														terwijl ze traag rond het gebied vliegen. Waar
														deze ceremonies precies voor dienen is niet
														duidelijk, al wordt vermoed dat vogels die hoog
														in de hi�rarchie staan ermee beginnen door de
														territoria van andere eksters binnen te gaan om
														ze uit te dagen. Door het rumoer en de
														opschudding komen alle naburige eksters de
														wedstrijd bekijken. Aan het eind van de
														bijeenkomst worden de indringers meestal
														verdreven, zij het soms maar na enkele dagen.
 
 |