Rubriek :
Historische figuren
Emmanuel Levinas
Levinas, Emmanuel
(Litouwen 30 dec. 1905 - Parijs 25 dec. 1995), Frans filosoof
van Litouws-joodse afkomst, kwam na de Russische Revolutie in
Duitsland, waar hij te Freiburg de fenomenologie van Husserl en
Heidegger bestudeerde. In 1946 werd hij als kenner van de
juda�ca directeur van de �cole Normale Isra�lite Orientale te
Parijs en in 1967 hoogleraar aan de universiteit van Nanterre;
van 1972 tot zijn emeritaat was hij hoogleraar aan de Sorbonne.
Zijn dissertatie Th�orie de l'intuition dans la ph�nom�nologie
de Husserl (1930, 21963) getuigt van de invloed van Heidegger,
maar laat al een eigen standpunt zien tegenover de inzichten van
zijn leermeester Husserl. De kritiek die hij op de grondmotieven
van de Grieks-westerse wijsbegeerte van Parmenides tot en met
Heidegger zelf levert, en het radicaal-nieuwe perspectief dat
hij in zijn 'filosofie van de ander' hiertegenover stelt,
stempelen hem tot een denker die haaks staat op het
existentialisme, waarin subject-zijn en medemens-zijn elkaar
veelal niet verdragen. Zijn in 1947 verschenen studie - de
invloed van Buber wordt dan merkbaar - De l'existence �
l'existant (Ned. vert. 1988) geeft de latere koers al aan: van
het abstracte naar het concrete, van de ontologie naar de
metafysica, van de totaliteit naar het oneindige, voor Levinas
het enige dat uit de impasses van een egologisch denken kan
voeren en de juiste verhouding van het 'zelf' en het 'andere'
kan tonen. In zijn hoofdwerk, Totalit� et Infini. Essai sur
l'ext�riorit� (1961, 31968; Ned. vert. 1966, nwe vert. 1987),
inventariseert Levinas deze thema's systematisch. Terwijl het
begrip 'totaliteit' een abstractie is die de mens altijd geweld
aandoet door haar te assimileren aan het zelf, is het begrip
'oneindig' geladen met een zeer concrete inhoud: het oneindige
manifesteert zich in het gelaat van de medemens die de
totaliteit doorbreekt. De verhouding van het ik en de ander is
primair een ethische verhouding. De ander is het 'primum
intelligibile'; het fundament van alle begrijpen bestaat in het
begrip voor de ander.
Levinas beschouwt zijn denkproc�d� als gebruikmaken van de
fenomenologische methode om zich evenwel van de fenomenologie
los te maken. De latere filosofie van Levinas is gecentreerd
rond de termen 'nabijheid' (proximit�) en 'plaatsvervanging' (substitution)
als de uiteindelijke zin der verantwoordelijkheid. Een nieuwe
bezinning op het probleem van het subject brengt hem op het
spoor van de passiviteit, kwetsbaarheid van het subject (vuln�rabilit�):
de eigenlijke dimensie van het ik treedt aan het licht in de
plaatsvervanging voor de ander, hetgeen betekent dat het nooit
een begrip kan zijn.