Rubriek : De
								mens - 
							geschiedenis
						
						
								Engeland, Oostenrijk en
									Rusland
							
						
							Engeland had van het
								continentale stelsel van Napoleon weinig last gehad. Het vond
								elders nieuwe afzetgebieden en de industri�le ontwikkeling ging
								gewoon door. In de negentiende eeuw was Engeland de sterkste
								mogendheid ter wereld : op economisch gebied, op zeevaartgebied
								en wat betreft de koloniale bezittingen, had het zijns gelijke
								niet. Toch heersten er in Engeland, Schotland, Wales en Ierland
								ernstige misstanden, die dringend om verbetering vroegen. Het
								kiesrecht dateerde nog uit de middeleeuwen. Namens vervallen
								soms onbewoonde steden mochten afgevaardigden naar het parlement
								gestuurd worden, maar namens sommige industriesteden echter
								niet. Het parlement was slechts in schijn een
								volksvertegenwoordiging, want alleen de rijken waren erin
								vertegenwoordigd. De toestanden waaronder de arbeiders moesten
								leven en werken, waren ronduit erbarmelijk.
								Tussen 1825 en 1850 kwamen er belangrijke hervormingen tot
								stand. Hoewel staken verboden was, mochten de arbeiders zich
								toch in vakbonden organiseren. Het kiesrecht werd zodanig
								hervormd, dat voortaan ook de middenklasse mocht stemmen. De
								oude Test-Act, die bijzonder nadelig was voor de Engelse
								rooms-katholieke onderdanen, werd opgeheven. Voor de Ieren
								betekende vooral dit laatste een grote vooruitgang. De poging
								van de Ieren om in 1848 zelfbestuur te verkrijgen, de zogenoemde
								Repeal-beweging, mislukte echter.
								 Oostenrijk
								hield, gesteund door Rusland, zowel in Duitsland als in Itali�
								de touwtjes in handen. Eenheidsbewegingen hadden daar nog geen
								kans. Toen de steun van Rusland wegviel, doordat Oostenrijk zich
								in de Krim-oorlog vijandig tegen Rusland opstelde, bleek de zaak
								uit de hand te lopen. Rusland had op het Weense Congres in 1814
								Finland van Zweden gekregen. Verder werd Polen toen als
								koninkrijk door middel van een personele unie met Rusland
								verbonden. Zowel Finland als Polen kregen een eigen grondwet van
								tsaar Alexander I. Nadat de Poolse Opstand in 1830 was mislukt,
								werd de Poolse grondwet ingetrokken. Polen werd voortaan even
								absoluut geregeerd als Rusland. Tsaar Nikolaas I richtte een
								geheime staatspolitie op, de zogenoemde 'derde afdeling' van het
								ministerie van Binnenlandse Zaken. De leiding hierover had de
								graaf van Beckendorff, maar de tsaar oefende vaak in hoogst
								eigen persoon gezag uit binnen die derde afdeling. In heel
								Rusland waren de spionnen van de geheime politie actief. Mensen
								die staatsgevaarlijk werden geacht, kwamen niet voor een
								rechtbank. Hun zaken werden 'administratief' behandeld, wat
								doorgaans een verbanning van Siberi� betekende. De zeer grote
								meerderheid van de Russische bevolking leefde op het land in een
								toestand die ongeveer gelijk was aan slavernij. De afkeer van
								Nikolaas I van het liberalisme kwam ook tot uiting in zijn
								buitenlandse politiek. Zo steunde hij Oostenrijk bij de
								onderwerping van de Hongaren. Voor het overige voerde hij een
								politiek van uitbreiding. Hij steunde de Griekse Vrijheidsoorlog
								tegen de Turken. Hij vond de Grieken weliswaar rebellen, maar de
								Turken noemde hij schurken. Als ideaal stond hem voor ogen een
								hersteld Byzantijns Rijk waarvan hij, de tsaar der Russen, hete
								wereldlijk en het geestelijk hoofd zou zijn.
Oostenrijk
								hield, gesteund door Rusland, zowel in Duitsland als in Itali�
								de touwtjes in handen. Eenheidsbewegingen hadden daar nog geen
								kans. Toen de steun van Rusland wegviel, doordat Oostenrijk zich
								in de Krim-oorlog vijandig tegen Rusland opstelde, bleek de zaak
								uit de hand te lopen. Rusland had op het Weense Congres in 1814
								Finland van Zweden gekregen. Verder werd Polen toen als
								koninkrijk door middel van een personele unie met Rusland
								verbonden. Zowel Finland als Polen kregen een eigen grondwet van
								tsaar Alexander I. Nadat de Poolse Opstand in 1830 was mislukt,
								werd de Poolse grondwet ingetrokken. Polen werd voortaan even
								absoluut geregeerd als Rusland. Tsaar Nikolaas I richtte een
								geheime staatspolitie op, de zogenoemde 'derde afdeling' van het
								ministerie van Binnenlandse Zaken. De leiding hierover had de
								graaf van Beckendorff, maar de tsaar oefende vaak in hoogst
								eigen persoon gezag uit binnen die derde afdeling. In heel
								Rusland waren de spionnen van de geheime politie actief. Mensen
								die staatsgevaarlijk werden geacht, kwamen niet voor een
								rechtbank. Hun zaken werden 'administratief' behandeld, wat
								doorgaans een verbanning van Siberi� betekende. De zeer grote
								meerderheid van de Russische bevolking leefde op het land in een
								toestand die ongeveer gelijk was aan slavernij. De afkeer van
								Nikolaas I van het liberalisme kwam ook tot uiting in zijn
								buitenlandse politiek. Zo steunde hij Oostenrijk bij de
								onderwerping van de Hongaren. Voor het overige voerde hij een
								politiek van uitbreiding. Hij steunde de Griekse Vrijheidsoorlog
								tegen de Turken. Hij vond de Grieken weliswaar rebellen, maar de
								Turken noemde hij schurken. Als ideaal stond hem voor ogen een
								hersteld Byzantijns Rijk waarvan hij, de tsaar der Russen, hete
								wereldlijk en het geestelijk hoofd zou zijn.
								Daarom bestreed hij de Turken tijdens de Griekse
								Vrijheidsoorlog. Maar hij hielp de Turken tegen Mehemed Ali, die
								vanuit Egypte veel Turks gebied veroverde en zelfs naar
								Constantinopel oprukte. De tsaar zag namelijk liever een zwak
								Turkije dan een sterk Egypte. In 1833 verkreeg tsaar Nikolaas I
								vrije doorvaart door de Bosporus en de Dardanellen, dus van de
								Zwarte Zee naar de Middellandse Zee.
								Maar de Engelsen, die de Russische uitbreiding naar de
								Middellandse Zee niet graag zagen, namen Rusland in 1840 deze
								mogelijkheid weer af. Het Turkse Rijk was echter niet sterk
								genoeg om Rusland te weerstaan. Men sprak over Turkije als de
								zieke oude man. Nikolaas I was vastbesloten een uitweg naar de
								Middellandse Zee te verkrijgen. Dat zou uiteindelijk leiden tot
								de Krim-oolog van 10853 tot 1856.
								(foto : keizer Frans I van Oostenrijk)