Rubriek : De
								mens - algemeen
						
								De Engelse republiek en het
									herstel van de Stuarts
							
						
							Het 'Lange
								Parlement' dat in 1640 werd bijeengeroepen, stelde zich hard op
								tegenover Karel I. De koninklijke
								raadslieden Laud en Strafford werden gevangen genomen, ter dood
								veroordeeld en onthoofd. Karels macht werd nog verder ingeperkt.
								De koning reageerde vaak aarzelend en onzeker. Tenslotte besloot
								hij de voornaamste leden van de oppositie gevangen te laten
								nemen. Zijn minnares, de gravin van Carlisle, kon echter haar
								mond niet houden en het plan lekte uit. Toen Karel I met een
								wacht van vierhonderd man bij het parlementsgebouw aankwam,
								waren de vogels gevlogen. De woede van de leden van het
								parlement over deze voorgenomen inbreuk op hun rechten, was zeer
								groot. Toen de koning de volgende dag door de stad reed, was er
								veel volk op de been, maar van enige toejuiching was er geen
								sprake. Wel hoorde men af en toe de kreet 'Privilege !'. De
								vorst vaardigde nieuwe arrestatiebevelen uit, maar die werden
								niet uitgevoerd. Op 10 januari 1642 verliet hij met vrouw en
								kinderen Londen. In de volgende zeven maanden kwamen koning en
								parlement steeds scherper tegenover elkaar te staan. Aan beide
								kanten werden krijgsvoorbereidingen getroffen. In augustus 1642
								brak in Engeland de onvermijdelijk geworden Burgeroorlog
								uit.
								
De
								strijd verliep voor Karel I in het begin niet slecht. Maar toen
								de leiding van het parlementsleger in handen kwam van Oliver
									Cromwell, keerden de kansen. De eerste belangrijke
								overwinning van deze bekwame aanvoerder werd in juli 1644 bij
								Marston Moor behaald. Bijna een jaar later behaalde het
								parlementsleger opnieuw de overwinning bij Naseby. Na deze slag
								vluchtte de Engelse koning naar Schotland. De Schotten leverden
								hem echter tegen een grote som geld aan de Engelsen uit. De
								koning ging in onderhandeling met het parlement, maar de
								tegenstellingen tussen het parlement en het leger wist hij niet
								te benutten. Cromwell onderbrak de onderhandelingen die
								parlement en koning voerden. Hij liet kolonel Pride met een
								afdeling musketiers 153 parlementsleden tegenhouden toen die het
								parlementsgebouw wilden binnen gaan. De overgebleven negentig
								leden besloten een tribunaal in te stellen dat de koning moest
								veroordelen. Dit restant van het parlement, het 'Rompparlement',
								trad zelf als rechtbank op. De uitslag stond bij voorbaat vast :
								op 30 januari 1649 werd Karel I onthoofd en Engeland was een
								republiek geworden.
								Het parlement, dat weer naar de samenstelling van het Lange
								Parlement van 1640 was teruggegaan, had toen de regering in
								handen. Door allerlei zuiveringen echter werd het aantal
								parlementsleden teruggebracht tot ongeveer negentig leden.
								Cromwell herstelde eerst in Engeland de orde en onderwierp
								daarna de rooms-katholieke Ieren tijdens een moorddadige
								veldtocht. Tenslotte keerde hij zich tegen de Schotten, die net
								als de Ieren Karel II, de zoon van Karel I, als hun koning
								hadden erkend. Hoewel Cromwell op het schiereiland Dunbar
								ingesloten raakte en zijn leger er allerberoerdst aan toe was,
								wist hij de Schotten nog te verslaan. Prins Karel, die in
								Engeland was geland, werd de pas naar Londen afgesneden. In een
								hevig treffen werd hij verslagen en hij wist maar ternauwernood
								naar het vasteland te ontsnappen.
								Cromwell trad tegen het parlement al even dictatoriaal op als
								Karel I vroeger had gedaan. Tenslotte riep hij het parlement
								helemaal niet meer bijeen. In 1653 al was hij benoemd tot 'Lord-Protector',
								wat vrij vertaald Beschermheer betekent. Als dictator met
								absolute macht voerde Cromwell een aantal goede hervormingen
								door. Het leven van Cromwell werd echter beheerst door de angst
								dat men hem zou vermoorden. Zijn gezondheid raakte aangetast en
								in september' 1658 overleed hij. Oliver Cromwell had zijn oudste
								zoon Richard nog tot zijn opvolger kunnen aanwijzen, maar die
								miste echter de bekwaamheden en ook de belangstelling voor
								staatszaken.
								In mei 1659 legde Richard Cromwell zijn ambt neer. De leden van
								het Lange Parlement werden in hun functie hersteld en bereidden
								nieuwe verkiezingen voor. Een grote meerderheid van het nieuw
								gekozen parlement wenste de terugkeer van de Stuarts op de
								Engelse troon. In mei 1660 keerde Karel II weer terug in Londen.
								De republiek was verdwenen, de monarchie was in Engeland
								hersteld.
								(foto : de terechtstelling van Karel I)