De
Euraziatische sperwer
Orde
: Falconiformes - familie : Accipiteridae -
geslacht : Accipiter en soort : Accipiter nisus.
De vele soorten sperwers in de wereld hebben
ongeveer dezelfde gewoonten en hetzelfde
uiterlijk.
Met zijn haaksnavel en krachtige klauwen is de
sperwer een vaardige en effici�nte jager. Hij is
ongelofelijk behendig en weet vrijwel elke vogel
te pakken te krijgen, of hij deze nu tussen de
heggen moet achtervolgen of op volle snelheid
uit de lucht moet plukken. Deze roofvogel wordt
door vogelspotters zeer gewaardeerd. Hij doet
het goed bij valkeniers, vooral in het
Midden-Oosten.
De sperwer jaagt het liefst in licht beboste
gebieden, zoals in boomgaarden of langs
bosranden. Hij heeft zich ook goed aangepast aan
stedelijke gebieden en rooft regelmatig een
kleine, ongelukkige vogel van een voedertafel in
de tuin. Deze meesterlijke vlieger kan op enkele
decimeters boven de grond vliegen en dan
plotseling opvliegen om op een hoge tak te gaan
zitten. Met zijn lange staart als roer wisselt
hij om de haverklap van richting, zwevend en
duikelend tussen de takken en langs de heggen.
Hoewel hij met hoge snelheid kan vliegen, doet
de sperwer dit slechts kort, om zijn relatief
korte vleugels en kleine hart en longen niet
teveel te belasten.
Sperwers leven in paren en blijven meestal hun
hele leven bij elkaar. De geslachten zijn
relatief gemakkelijk van mekaar te
onderscheiden. Het vrouwtje is duidelijk groter
dan het mannetje. Na de paring bouwen beide
vogels een groot nest van twijgen. Na een
vijftal weken komen de jongeren uit het ei. Het
vrouwtje voedt haar kuikens de eerste drie tot
vier weken van hun leven, vaak met voedsel dat
door het mannetje wordt aangedragen. De jonge
sperwers kunnen na ongeveer vier weken vliegen.
Binnen vier weken na het verlaten van het nest
zijn ze volledig onafhankelijk.
Sperwers voeden zich voornamelijk met kleine en
middelgrote vogels tot de grootte van een duif.
Jonge vogels vormen een eenvoudige maaltijd, en
het broedseizoen van de sperwer valt samen met
een overvloed aan pas uitgekomen vogeltjes. Ze
voeden zich echter ook met kleine zoogdieren,
zoals woelmuizen, wormen, insecten en aas (vlees
van dode dieren).
Zoals veel roofvogels heeft de Euraziatische
sperwerd van de landbouw en de jacht te lijden
gehad. De soort kwam veel voor in Europa tot
omstreeks 1955, toen de populatie aanzienlijk
afnam. Deze neergang werd onder meer veroorzaakt
door het algemeen gebruik van pesticiden en
kunstmest. Kleine vogels die zich met behandelde
zaden en granen voedden, werden een vergiftigde
maaltijd voor duizenden sperwers.
|