|
|
Larix
europaea.
Een mooie boom van dertig tot veertig meter, afkomstig
uit de bossen van Midden-Europa. Men kent allerlei
regionale vormen en vele vari�teiten : pendula,
fastigiata, glauca, enz. Ieder jaar vallen alle naalden
af. Ze zijn twintig tot dertig mm lang, zachtgroen in
het voorjaar en goudbruin voor hun val in het najaar.
Kleine kegels, drie tot vier cm lang. Deze bomen uit het
hoge gebergte (1500 tot 2000 meter) zijn bestand tegen
koude, sneeuw en wind. Stellen weinig eisen aan de bodem
en hebben veel behoefte aan licht en lucht. De soort
wordt in Nederland en Belgi� aangeplant; goed hout dat
rijk is aan looizuur. Uit de hars maakt men een
terpentijnsoort. Een fraaie sierboom.
|
