Rubriek :
Historische figuren
Federico Garcia Lorca
Garc�a Lorca,
Federico (Fuente Vaqueros, bij Granada, 5 juni 1898 - Viznar,
bij Granada, 18 aug. 1936), Spaans dichter, studeerde rechten,
letteren en wijsbegeerte, eerst in Granada, later in Madrid,
waar hij de meest verfijnde geesten in de Spaanse letteren
leerde kennen. Hij was een goed pianist en schilder, vriend van
De Falla en Dal�, illustreerde enkele van zijn eigen werken en
legde grote belangstelling voor de Spaanse folklore aan de dag;
als leider van de universitaire toneelgroep La Barraca, die de
Spaanse klassieken in de provincie opvoerde, trok hij in de
jaren dertig door het land en hield bovendien met zeer veel
succes voordrachten, ook in Amerika tijdens een verblijf in de
jaren 1929-1930. In het begin van de Burgeroorlog werd hij in de
bergen bij Granada door falangisten vermoord (zie Spaanse
Burgeroorlog).
Garc�a Lorca was een groot lyrisch dichter, die zijn inspiratie
zowel zocht in het volk en het land als in de historische
avant-garde, in het bijzonder het surrealisme. Romancero gitano
(1928) is het meest geslaagde monument in de 20ste eeuw
opgericht voor de Spaanse romance. Llanto por Ignacio S�nchez
Mej�as (1935) is een wonderlijke mengeling van classicisme en
avant-gardisme. Daarnaast verdient het aan het modernisme
verwante Poeta en Nueva York (1940) vermelding, om de
apocalyptische beeldenrijkdom en de vitale wanhoop.
Ook in zijn toneelwerk is Garc�a Lorca van grote betekenis
geweest. Het is lyrisch toneel dat van het burleske en
grilligste spel (o.a. La zapatera prodigiosa, 1930, en Amor de
Don Perlimpl�n con Belisa en su jard�n, 1933) via een aantal
werken van romantische, 19de-eeuwse inspiratie (o.a. Mariana
Pineda, 1928, en Do�a Rosita la soltera o el lenguaje de las
flores, 1935) overgaat in enerzijds het avantgardistische
experiment (As� que pasen cinco a�os, 1931; El p�blico, 1978;
postuum) en anderzijds de volkse thematiek en de tragische sfeer
van de drie grote tragedies die het bekendste deel van zijn
toneelwerk vormen: Bodas de sangre (1932), Yerma (1935) en La
casa de Bernarda Alba (1936), dat na zijn dood in premi�re ging.
De veelzijdige kunstenaar, die ook verzen en verhalen voor
kinderen schreef, wordt beschouwd als een van de belangrijkste
figuren van de 20ste-eeuwse Spaanse literatuur. Veel van zijn
werk is in Nederlandse vertaling verschenen.