Rubriek :
Kruiden en specerijen -
overzicht
Fenegriek
Of
bokshoornklaver.
Trigonella foenum-graecum.
Fenegriek is een ��njarig kruid dat tot vijftig cm hoog kan
worden. De bloeitijd valt in juni en juli en de zaden rijpen in
de periode juli/augustus. In de landen rondom de Middellandse
Zee komt de fenegriek vrij in de natuur voor en in Duitsland
wordt deze plant geteeld. Sporadisch kan de fenegriek op
weilanden, wegbermen en akkers worden aangetroffen, maar
gewoonlijk wordt deze plant uit zaad gekweekt dat vroeg in het
voorjaar wordt uitgezaaid. De niet-verhoute delen van de
bloeiende plant worden geoogst, gebundeld en op een luchtige
plaats gedroogd waarbij de temperatuur niet boven de 35 graden
C. mag uitkomen. Het kan fijngewreven in goed sluitende potten
of blikken worden bewaard. Als specerij dienen ook de zeer
harde, geelbruine en tot vier cm lang zaden, die tot wel twintig
stuks in lange, dunne en gesnavelde hauwen rijp worden. De
fenegriek heeft een krachtige, merkwaardige reuk die aan die van
kruidkaas doet denken en nog sterker wordt wanneer de planten
gedroogd worden. In afgesloten ruimten blijft de intensieve reuk
nog lange tijd hangen. De zaden hebben een wat agressief aroma,
de smaak is ietwat bitter, scherp en meelachtig. De gemalen
rijpe zaden hebben een aromatische geur. Ze worden als
bestanddeel van specerijenmengsels voor kerriegerechten en voor
chutneys veel gebruikt. In India wordt van de geroosterde zaden
een koffiesurrogaat vervaardigd.