De
flamingo
De
flamingo is de meest talrijke van de vijf
flamingosoorten. Orde : Phoenicopteriformes -
familie : Phoenicopteridae - geslacht :
Phoenicopterus en soort : Phoenicopterus ruber.
Met zijn dunne spillebenen, roze verenkleed en
lange nek, lijkt de flamingo een tere en
fragiele vogel. Toch doet hij het goed in de
moeilijkste omstandigheden op aarde. Flamingo's
leven in grote groepen in de ondieptes van zoute
of brakke lagunes en meren, en kunnen tegen zeer
hoge temperaturen. Het water van hun broedmeren
is zeer zout of alkalisch en is niet drinkbaar,
daarom moeten de volwassen dieren vaak grote
afstanden afleggen vanaf hun nest op zoek naar
voedsel en water.
Als sociale vogels leven flamingo's in grote
kolonies van soms meer dan honderdduizend. Over
het algemeen zijn ze niet territoriaal, hoewel
ze hun nest wel verdedigen wanneer ze broeden.
Hun lange vleugels en lichte lijven
vergemakkelijken het vliegen en ze vliegen met
hun lange nek en poten uitgestrekt. Flamingo's
vliegen in grote zwermen omhoog, gewoonlijk
vormen ze lange, gebogen lijnen in de lucht.
Buiten de tropen trekken flamingo's in de winter
naar warmere gebieden.
Duizenden flamingo's verzamelen zich bij de
broedmeren om paringsrituelen te houden, ze
openen de vleugels en zwaaien met hun kop in
perfecte sychronisatie. Ze vormen paren voor
langere tijd en gebruiken modder en stenen om
vulkaanvormige nestplaatsen te maken in het
meer. Vrouwtjes leggen ��n ei met een bloedrode
eidooier, dat wordt uitgebroed door beide
ouders. Het jong is vaalgrijs, heeft een rechte
snavel en wordt gevoed door beide ouders.
Flamingo's braken geen voedsel op om hun jongen
te voeren, maar produceren een eiwitrijke
afscheiding die 'kropmelk' wordt genoemd. Het
kuiken verlaat het nest vier tot zeven dagen na
de geboorte en voegt zich bij een grote kolonie
andere kuikens. Op sommige broedplaatsen brengen
flamingo's maar ��n keer in de negen jaar een
kuiken met succes groot.
De flamingo kan door zijn lange poten en zijn
grootte in dieper water waden om te eten. Soms
zwemt hij, duikend als een eend om voedsel te
pakken. Een flamingo eet gewoonlijk met zijn kop
ondersteboven en wel twintig seconden helemaal
ondergedompeld. Verschillende flamingosoorten
hebben verschillende snavelvormen, afhankelijk
van het voedsel dat ze eten. Flamingo's met een
naar beneden wijzende snavel eten
zoutpanvliegen, garnalen en schaaldieren.
Grote stukken van de drassige woongebieden van
de flamingo zijn drooggelegd voor landbouw of
als bouwgrond, of ze zijn vervuild.
|