Rubriek :
Historische figuren
Flavius Julianus
Julianus, Flavius
Claudius (Constantinopel 331 - bij Bagdad 26 juni 363), Romeins
keizer van 361 tot 363 n.C., door de christenen Apostata (Lat.,
= de Afvallige) genoemd, was een zoon van Julius Constantius, de
stiefbroer van Constantijn de Grote. Toen na diens dood (337)
zijn zoons hun bloedverwanten uit de weg ruimden, bleven
Julianus en zijn stiefbroer Gallus gespaard. Julianus leefde in
ballingschap, o.a. bij bisschop Eusebius in Nicomedia, later ook
in Cappadoci�. Door studie van het neoplatonisme zou hij afkerig
zijn geworden van het christendom. Gallus werd in 351 caesar
(onderkeizer) van het oosten, maar in 354 door keizer
Constantius terechtgesteld.
Julianus werd in Constantinopel gevangen gehouden, maar door
toedoen van keizerin Eusebia bevrijd. In 355 werd hij door
Constantius tot caesar van het Westen benoemd en aan diens
zuster Helena uitgehuwelijkt; in Galli� heroverde hij Keulen,
versloeg de Alamannen en Franken en beveiligde de Rijnlinie. In
360 riep zijn leger in Parijs hem tot augustus uit en dwong hem
tot opstand tegen Constantius; Constantius trok hem tegemoet,
doch stierf onderweg (361). Julianus werd hierna alleenheerser
en bestreed als zodanig het door zijn voorgangers gehuldigde of
althans gedulde christendom. Zijn voornaamste maatregelen waren:
1. het retorenedict, waarbij alleen aan niet-christenen werd
toegestaan als leraar op te treden; 2. herstel van de oude
tempels en heidense feesten en offers; 3. confiscatie van de
door de christenen tot kerken ingerichte huizen en teruggave aan
de vroegere eigenaars; 4. terugroeping van de verbannen
bisschoppen om tweedracht onder de christenen te zaaien; 5.
uitgave van geschriften over wijsgerige onderwerpen en tegen het
christendom. Zijn maatregelen hadden onlusten tot gevolg,
waartegen Julianus niet steeds opgewassen bleek. Zijn regering
had positieve aspecten door verbetering van de rechtspraak, de
financi�n, het algemeen bestuur en de posterij. Hij sneuvelde op
een veldtocht tegen het Nieuw-Perzische rijk. Van zijn
geschriften zijn vooral zijn brieven bekend gebleven.