Rubriek :
Historische figuren
Franciscus van Assisi
Franciscus van
Assisi (Assisi, Umbri�, 1181-1182 - aldaar 3 okt. 1226),
stichter van de orde der minderbroeders, was een zoon van de
lakenkoopman Pietro Bernardone, die hem, ofschoon Giovanni
gedoopt, Francesco (lett.: Fransman) noemde, mogelijk als
herinnering aan zijn verblijf in Frankrijk tijdens de geboorte
van zijn zoon.
1. Jeugd en bekering
In zijn jonge jaren leidde Franciscus het normale leven
van de welgestelden, nam deel aan een strijd tussen Assisi en
Perugia, maar kwam in 1205 door een visioen in het kerkje van
San Damiano tot het inzicht dat hij zijn leven in armoede moest
wijden aan de navolging van Christus. In 1206 onterfde zijn
vader hem en trok Franciscus zich in de eenzaamheid terug. In
zijn heremietenbestaan, waarin hij door bedelen in zijn
onderhoud moest voorzien, zieken verpleegde, vervallen kerkjes
herstelde, kwam een ommekeer, toen hij uit een Evangelielezing
vernam dat de apostelen werden uitgezonden. Voortaan zag hij
zijn taak in predikingsreizen. In 1209 begaf hij zich met enige
aanhangers naar Rome, waar paus Innocentius III hem voorlopig
toestemming gaf tot zijn werk en levenswijze.
2. Stichting Orde van Franciscus
Hij en zijn eerste volgelingen vestigden zich in
Portiuncula. Dit was het begin van de zgn. Eerste Orde van
Franciscus, die der 'mindere broeders' (fratres minores), zoals
zij zichzelf noemden (zie franciscanen). De groep breidde zich
snel uit en ondernam zich ver uitstrekkende activiteiten; zo is
Franciscus zelf in 1219 naar Egypte gegaan, waar hij o.a. voor
sultan Al Kamil predikte; andere leden van zijn broederschap
waren hem trouwens op dergelijke tochten al voorgegaan. In 1212
zocht Clara van Assisi aansluiting bij de prille franciscaanse
levenswijze; voor haar en haar volgelingen gaf Franciscus een
korte regel (Tweede Orde, zie franciscanessen). Toenemende
organisatorische moeilijkheden maakten tegen zijn wil een nadere
regeling nodig; Elias van Cortona en kardinaal Ugolino van Segni
hebben zich daarvoor zeer ingespannen. Deze aangepaste regel, de
Regula Bullata, is in 1223 door Honorius III goedgekeurd.
3. Stichting lekenorde
Voor sympathisanten die niet het volledige ascetische
programma van de minderbroeders konden verwerkelijken,
ontwikkelde hij een regel die aan de franciscaanse lekenorde ten
grondslag lag. Franciscus' religieuze ontwikkeling vond een
hoogtepunt in een visioen op de Monte Alverna, waar hij de
tekens van Christus' wonden aan zijn lichaam ontving (1224; zie
stigmatisatie). Uit de tijd daarna stamt zijn beroemde
Zonnelied. Hij stierf in het Portiunculakerkje. Reeds twee jaar
later is hij heilig verklaard. Feestdag: 4 oktober. Zijn graf
bevindt zich in de crypte van de S. Francesco-basiliek te Assisi.
4. Invloed
Franciscus' invloed is vanuit zijn persoonlijkheid en de
tijdsomstandigheden te verstaan. Hij was van een forse
mannelijkheid, die gepaard ging met een grote gevoeligheid. Zijn
religiositeit kenmerkt zich door een dichterlijke
geloofsvreugde, die zich evenwel steeds richt op het lijden van
Christus. Reeds hierin wijst hij in een richting, een eeuw
eerder al gewezen door Bernard van Clairvaux, waarin de latere
middeleeuwse devotie zich gaat bewegen. Merkwaardig is ook zijn
gevoel voor de natuur, haar leven, verwantschap en schoonheid,
waarom hij ook wel is gezien als een eerste aanwijzing voor de
renaissance. Onvoorwaardelijk was hij trouw aan zijn Kerk, ook
al kostte het hem in bijzondere gevallen moeite zichzelf te
overwinnen en de richtlijnen der kerkelijke leiders te
aanvaarden. Van belang is het voorts dat hij een nieuw type van
ascetisch leven vorm gaf, m.n. door de armoede uit de
ge�nstitutionaliseerde vormen van het oudere monachale leven
(benedictijns van oorsprong) los te maken en opnieuw te
realiseren als een ongebonden-zijn aan enig aards bezit,
individueel of gemeenschappelijk. Daardoor werd de levensvorm
van de bedelmonnik die over de aarde zwerft, iets anders dan de
feodale gebondenheid aan de plaats, die het oudere kloosterleven
kenmerkt. Franciscus, zelf geen professioneel theoloog, heeft
door zijn werk aan de nieuwe stedelijke cultuur van de latere
middeleeuwen een haar passende religieuze begeleiding gegeven.