Rubriek :
Historische figuren
Fran�ois Mauriac
Mauriac, Fran�ois
(Bordeaux 11 okt. 1885 - Parijs 1 sept. 1970), Frans schrijver,
verloor vroeg zijn vader en werd opgevoed door een streng
katholieke moeder. In 1906 vestigde hij zich in Parijs, waar hij
meewerkte aan kleine literaire bladen en in 1909 debuteerde met
de dichtbundel Les mains jointes, die door Maurice Barr�s
enthousiast werd begroet. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij
in militaire dienst. In 1925 kreeg hij de grote romanprijs van
de Acad�mie fran�aise voor Le d�sert de l'amour; in 1933 werd
hij gekozen tot lid van de Acad�mie fran�aise. In de jaren
dertig begon zijn politieke stellingname: hij keerde zich (als
een van de weinige katholieken uit bourgeois-milieu) tegen de
Italiaanse overval op Abessini� en koos tijdens de Spaanse
Burgeroorlog partij voor de republikeinen. Fel verzette hij zich
tegen de Duitse bezetting van Frankrijk, maar niet minder tegen
de excessen begaan bij de zuiveringen nadien. In de jaren
vijftig toonde hij zich een voorstander van de ontvoogding van
de Franse bezittingen in Noord-Afrika; zijn 'Bloc-Notes' in het
weekblad L'Express getuigen daarvan. De laatste jaren van zijn
leven stelde hij zich onverbiddelijk achter het beleid van
president De Gaulle, over wie hij in 1964 een boek publiceerde.
Mauriacs grote reputatie berust in de eerste plaats op zijn
psychologische romans, veelal spelend in zijn geboortestreek, in
het hem zo bekende milieu van grootgrondbezitters uit de Landes,
die hij meedogenloos tekende in hun gemakkelijk compromis tussen
de eisen van het geloof en de geneugten van de wereld. De auteur
zelf vond in deze werken een wankel evenwicht tussen zijn
kunstenaarstemperament en zijn godsdienstige overtuiging. In
wezen was hij de man die het absolute nastreeft, die alles wil
geven aan de wereld en alles aan God. Het is dit conflict, met
literair meesterschap getekend en in de latere romans verzacht
door de idee van de goddelijke genade, dat Mauriacs werk de
psychologische diepte en dramatische spanning heeft gegeven die
ook zijn toneelstukken hebben, waarvan Asmod�e (1937) het vrij
late, maar gelukkige debuut vormt. In 1952 werd hem de
Nobelprijs voor letterkunde toegekend.