Rubriek :
Historische figuren
Franz Haydn
Haydn, Franz Joseph,
voluit: Franz Joseph (Rohrau 31 maart 1732 - Wenen 31 mei 1809),
Oostenrijks componist, zoon van een wagenmaker, behoort tot de
belangrijkste West-Europese componisten en was de grondlegger
van de Weens-klassieke stijl.
1. Leven
Op zesjarige leeftijd werd hij ter opleiding tot
kerkmusicus in de leer gedaan bij een familielid, Mathias Franck,
onderwijzer en leider van de kerkmuziek in Hainburg. De
muzikaliteit van de jongen trof kapelmeester Reutter uit Wenen,
die het land afreisde op zoek naar koorknapen voor het koor van
de Stephansdom, en in 1740 verhuisde Haydn naar Wenen. Als
koorknaap werd hij ondergebracht in een internaat, waar hij een
meer harde dan werkelijk goede opleiding kreeg. In 1749 werd
hij, naar aanleiding van een onbetekenende kwajongensstreek,
ontslagen. Als musicus, componist, docent en kopi�st wist hij
zich in de nu volgende jaren een bestaan en steeds meer naam te
verschaffen. Hij verzuimde overigens niet aan zijn eigen
ontwikkeling te werken, en het waren blijkens zijn
autobiografische aantekeningen (1776) vooral het theoretische
werk en de composities van C.Ph.E. Bach, die indruk op hem
maakten. Veel leerde hij ook van de Italiaanse componist en
zangpedagoog Porpora. Mede door hem kwam hij in aanraking met
kringen van de kleine adel. Voor graaf von F�rnberg componeerde
Haydn tussen 1755 en 1759 o.a. zijn eerste strijkkwartetten. In
dit laatste jaar werd hij benoemd tot kapelmeester bij graaf
Morzin, voor wiens bescheiden orkestje hij zijn eerste
symfonie�n componeerde. In 1760 trad Haydn in het huwelijk met
Maria Anna Keller. Het volgende jaar werd hij benoemd tot
vice-kapelmeester van prins Paul Anton Esterh�zy te Eisenstadt.
Diens opvolger, prins Nicolaus Jozef, stelde hem in 1766 aan als
eerste kapelmeester in het nieuw gebouwde slot Esterh�za bij het
Neusiedlermeer. Het orkest werd uitgebreid van 14 tot 22 man en
vormde zich onder Haydn tot een der beste ensembles van die
tijd. Voor dit orkest componeerde Haydn, die dertig jaar in
dienst bleef van de Esterh�zy's, talrijke symfonie�n, opera's (w.o.
marionettenopera's), wereldlijke cantates, kerkmuziek,
divertimenti, concerten en menuetten; ook schreef hij ca. 170
composities (w.o. trio's) voor baryton, een instrument, dat de
prins zelf niet onverdienstelijk bespeelde.
In de afgelegenheid van het landelijk domein der Esterh�zy's
bouwde Haydn aan een levenswerk, dat het fundament en de kern
zou gaan vormen van de Duitse klassieke muziek. Zijn
toehoorders, de aristocratische elite uit geheel Europa,
verbreidden zijn roem al spoedig over Europa en Amerika en hij
werd uitgenodigd om voor het Weense hof te componeren. Uit 1779
dateren zijn contacten met de uitgever Artaria, die veel van
zijn pianotrio's publiceerde. Belangrijk was de opdracht die
Haydn in 1784-1785 van het Concert de la Loge Olympique in
Parijs kreeg tot het schrijven van zes (Parijse) symfonie�n (nrs.
82-87); zijn erkenning in het buitenland culmineerde echter in
de opdracht van de Londense concertagent J.P. Salomon om twaalf
speciaal voor dit doel te componeren symfonie�n te komen
dirigeren in Londen. Haydn, die in 1790 - na de dood van zijn
broodheer - van daadwerkelijke diensten aan de Esterh�zy's was
ontheven, ging op de uitnodiging in. Van 1790 tot 1792 verbleef
hij in Londen, waar men hem een verbijsterende ontvangst
bereidde en waar hij sterk onder de indruk raakte van H�ndels
koormuziek. Hij werd eredoctor van de universiteit van Oxford en
oogstte een dermate groot succes met zijn concerten dat het
bezoek herhaald moest worden (1794-1795). Nadien bleef hij
voorgoed in Wenen, waar hij voornamelijk vocale muziek
componeerde, w.o. zes grote missen en, de bekroning van zijn
oeuvre, de oratoria Die Sch�pfung (1797-1798) en Die
Jahreszeiten (1798-1801).
2. Werk
Haydn had in zijn artistieke ontwikkeling deel aan de
diverse stijlveranderingen in de 18de eeuw. In zijn jeugd werd
hij opgeleid in de traditie van de barokmuziek. Later onderging
hij de invloed van de galante stijl, de Empfindsamkeit en de
Sturm und Drang. De belangrijkste historische betekenis van
Haydn ligt in het feit dat in zijn latere werk de groei en de
consolidatie van de klassieke stijl zichtbaar werd, waarmee hij
een nieuwe algemeen menselijke taal schiep, die direct
aanspreekt en vrij is van alle valse pathos. Als zodanig paste
zijn muziek niet meer in de formalistische en aristocratische
hofcultuur van het rococo. Invloed van de volksmuziek in zijn
ontwikkeling is aanwijsbaar, vooral in de 'boertige' menuetten
van zijn strijkkwartetten en symfonie�n.
De typisch klassieke schrijfwijze bereikte Haydn eerst ca. 1780.
Een belangrijke fase in zijn ontwikkeling, waarin diverse
heterogene elementen tot een synthese worden samengebracht, zijn
de jaren 1766-1775, ook aangeduid als de Sturm und Drang-periode.
In de genres van de symfonie (La Passione, nr. 49), het
strijkkwartet (op. 9, 17 en 20) en de pianosonate (c mineur Hob.
XVI:20) worden nieuwe kenmerken zichtbaar als een gepassioneerde
expressie, een krachtig ritmisch �lan, nadruk op de harmonische
spanning, een thematisch en koloristisch zelfstandiger optreden
van de blaasinstrumenten en een verbreding van de muzikale
periodes. Het langzame deel wordt in plaats van andantes een
intense adagio en de finale wordt in gewicht en karakter
gelijkwaardig aan het aanvangsdeel. Ook is er een opvallende
dramatische opvatting en uitbouw van de doorwerking van de
sonatedelen. Na een periode, waarin Haydns groei door nood
gedwongen concentratie op het componeren van opera's enigszins
stagneerde, breekt omstreeks 1784-1785 een nieuwe periode van
stilistische expansie aan met de Parijse symfonie�n en de
Tostkwartetten op. 54, op. 55 en op. 64 (opgedragen aan de
violist J. Tost).
In deze werken legde Haydn het fundament van de klassieke,
instrumentaal dramatische schrijfwijze, die wordt
gekarakteriseerd door een motivische structuur, waarin eenheid
en vari�teit elkaars tegenpolen worden en waarin door het
uitspelen van tegengestelde motieven wordt uitgegaan van een
antithese, die tot een oplossing wordt gebracht. Omstreeks de
jaren negentig componeerde Haydn nog een serie pianotrio's, die
opvallen door een cantabilestijl (zie cantabile), die
anticipeert op het vroege werk van Beethoven. Van de
tegelijkertijd gecomponeerde drie pianosonates wijst de sonate
in Es majeur (Hob. XVI:52) met haar volle en harmonisch rijke
textuur zelfs op directe invloed van Beethoven. In de vormen die
een dramatisch karakter hebben, bijv. de opera, heeft hij zich
niet zo representatief kunnen uiten; in het epische genre
evenwel kwam zijn talent tot volle ontplooiing, met name in de
beide oratoria Die Sch�pfung en Die Jahreszeiten. Daarnaast
heeft Haydn nog een groot aantal van een grote geestelijke
rijkdom getuigende speel- en gebruiksmuzieken geschreven.
Kort na zijn dood verschenen er drie, op conversatie met de
componist gebaseerde, biografische geschriften (G.A. Griesinger,
A.C. Dies, Carpani). Nog tijdens zijn leven werd door Breitkopf
& H�rtel het complete oeuvre van Haydn uitgegeven.