Rubriek :
Historische figuren
Fr�d�ric Chopin
Chopin, Fr�d�ric
Fran�ois (Pools: Fryderyk Franciszek) (Zelazowa Wola, bij
Warschau, 1 maart 1810 - Parijs 17 okt. 1849), Pools componist
en pianist, schreef vrijwel uitsluitend pianomuziek, waarin
elegante, expressieve melodie�n. Experimentele harmonie�n en
vrije vormen worden gecombineerd met een briljante
pianotechniek. Zijn werk vormt het hoogtepunt van de romantische
pianomuziek en is excellent voor het instrument geschreven (zie
romantiek). Het vormt een persoonlijke synthese van
Pools-traditionele en West-Europese klassieke elementen.
Aanvankelijk trad hij op als concertpianist. Later echter trok
hij zich steeds meer uit de openbaarheid terug en concentreerde
hij zich op het lesgeven.
1. Leven
Chopin was de zoon van een Franse vader en een Poolse
moeder. Hij ontving zijn eerste muzikale vorming van de Bohemer
Zywny, die hem in aanraking bracht met de muziek van Bach,
J.Haydn en W.A. Mozart, en van Elsner, directeur van het
conservatorium te Warschau. Als pianist was Chopin, die graag
improviseerde, grotendeels autodidact. Reeds op jeugdige
leeftijd trad hij in de salons van Warschau op en in 1829 maakte
hij een succesvol debuut in Wenen met een improvisatie over een
Pools volkslied, wat hem tot een nationaal componist stempelde.
Toen hij Warschau in 1830 had verlaten voor een nieuwe
concertreis in het buitenland, beletten de inmiddels uitgebroken
Poolse opstand en de onderdrukking daarvan door de Russen hem
naar zijn vaderland terug te keren. In 1831 vestigde hij zich te
Parijs, waar hij als pianist en later ook als pedagoog grote
bewondering in aristocratische kringen genoot. Daar kwam hij in
contact met romantici als Heine, Balzac, Delacroix, Liszt,
Berlioz, Meyerbeer en Bellini en werd hij lid van het Pools
literair gezelschap. Van 1835 tot 1837 beleefde hij een
liefdesaffaire met de Poolse Maria Wodzinska. Huwelijksplannen
strandden op Chopins slechte gezondheid. Van 1838 tot 1847 had
hij een liaison met de schrijfster George Sand. Met haar
verbleef hij in de winter 1838-1839 op Mallorca om herstel te
zoeken voor zijn zwakke gezondheid, zonder veel resultaat. In
1848 ondernam Chopin om de revolutie te ontvluchten, op
uitnodiging van een leerlinge een reis naar Engeland en
Schotland, waarvan hij echter nog hetzelfde jaar zwaar ziek
terugkeerde. Hij overleed spoedig daarna.
2. Werk
Chopins werken zijn geschreven voor het exclusieve
milieu van de Parijse salon. De basis van zijn
compositietechniek is de improvisatie, die zich steeds meer
verdiepte en verinnerlijkte. Van een stilistische evolutie is
nauwelijks sprake. Wel is de weerspiegeling van zijn
activiteiten waarneembaar. Tijdens zijn carri�re als
pianovirtuoos schreef hij briljante concertstukken, zoals de Don
Juan-variaties en de beide pianoconcerten. Zijn pedagogische
activiteiten gaven aanleiding tot de vele kleinere werken als de
mazurka's, etudes, preludes, nocturnes en walsen. Composities
als de balladen, de scherzi, de barcarolle en de sonates waren
bedoeld voor hemzelf en een select gezelschap van intimi. De
delicate pianoklank was in zijn tijd origineel. Ook zijn toucher
moet uiterst sensibel en licht zijn geweest. De elegantie en
helderheid van zijn stijl is terug te leiden tot Field, Clementi
en Hummel, die op hun beurt werden be�nvloed door Mozart.
Chopins tempo rubato is dan ook eerder te beschouwen als het
strenge rubato van Mozart (met metrisch strak volgehouden
linkerhand) dan het vrije rubato van Liszt.
De textuur in zijn composities wordt gevormd door lange,
gewichtloze, chromatische melodie�n die zijn ingebed in een
grote vari�teit aan begeleidingen, veelal voorzien van een
verborgen contrapunt. Deze melodievorming is van grote invloed
geweest op Bellini en Wagner. Op het gebied van de harmoniek is
Chopin een van de belangrijkste vernieuwers van de 19de eeuw
geweest. In zijn toepassing van dissonanten, chromatiek,
modaliteit, en in het - met name in langzame inleidingen -
vermijden van een duidelijke hoofdtoonsoort, ging hij soms zo
ver dat de harmoniek haar spanningsvolle functionele werking
prijsgaf voor een meer kleurende betekenis. Tot Chopins
belangrijkste vernieuwingen behoren de passages met een
statische, harmonische beweging, waarin een enkel akkoord of een
serie van twee of drie akkoorden met een hypnotiserende
monotonie worden herhaald. Ook in zijn vormstructuren sloeg
Chopin nieuwe wegen in. In zijn sonates gebruikte hij de
traditionele sonatevorm zo vrij, dat gedurende lange tijd de
mening heeft bestaan dat Chopin als meester van de kleine
(dans)vormen, de grote vorm niet beheerste. De ballade als
instrumentaal karakterstuk is wellicht Chopins vinding, evenals
het pathetische, niet-humoristische scherzo, dat bij hem een
verhevigde impromptu is. De etude werd een expressiestuk van
virtuoos karakter, naar de vorm verwant aan Clementi en heeft
o.a. bij Liszt, Rachmaninov en Skrjabin navolging gevonden,
evenals bij Debussy. In tegenstelling tot andere romantici als
Robert Schumann en Liszt stond Chopin afwijzend tegenover
duidelijke literaire of biografische associaties. Wel bevat zijn
muziek sporen van nationalisme.