Rubriek :
Historische figuren
Frederik I van Brandenburg
Frederik
[Brandenburg] Frederik I (21 sept. 1372 - Kadolzburg 21 sept.
1440), keurvorst van Brandenburg van 1417 tot 1440, uit het Huis
Hohenzollern, was eerst alleen burggraaf van Neurenberg (sinds
1397). Wegens zijn voortdurende bijstand aan keizer Sigismund
werd hij in 1415 tot markgraaf van Brandenburg benoemd (met de
waardigheid van keurvorst) en op 18 april 1417 officieel met dit
gebied beleend. Hiermee begon de machtsontplooiing der
Hohenzollern. Frederik nam verder deel aan de bestrijding der
Hussieten.
Frederik Willem, bijgenaamd de Grote Keurvorst (Berlijn 16 febr.
1620 - Potsdam 9 mei 1688), keurvorst van Brandenburg van 1640
tot 1688, uit het Huis Hohenzollern, is de grondlegger van de
Pruisische staat. Hij vertoefde tussen 1634 en 1637 in Holland (o.a.
studie te Leiden). Een dochter van Frederik Hendrik, Louise
Henri�tte, werd in 1646 zijn echtgenote (zij stierf in 1667; in
1668 huwde Frederik Dorothea van Holstein-Gl�cksburg). Bij de
aanvang van zijn regering was zijn land hevig geteisterd door de
Dertigjarige Oorlog (1618-1648). In 1641 werd hij door Polen met
het hertogdom Pruisen beleend. Hij ging al spoedig over tot een
grootscheepse legerhervorming naar Nederlands voorbeeld: een
streng gedisciplineerd, klein, goedbetaald keurleger. In 1651
beschikte Frederik Willem als eerste Duitse vorst over een
staand leger, tevens het beste in Duitsland. Bij de Vrede van
M�nster was Brandenburg uitgebreid met Achter-Pommeren, Kammin,
Minden en Halberstadt, terwijl Frederik Willem de voogdij over
Maagdenburg verkreeg.
In de Noordse Oorlog (1655-1660; zie Noordse Oorlogen) ging
Frederik Willem, die aanvankelijk aan de kant van Zweden stond,
tot de partij van de keizer en Polen over; bij de Vrede van
Oliva werd de onafhankelijkheid van Pruisen bevestigd. In 1666
wist hij van het huis Palts-Neuburg definitieve erkenning te
verkrijgen van zijn rechten op Kleef, Gulik en Ravensberg. In
hetzelfde jaar trok hij Maagdenburg bij Brandenburg en steunde
hij de Republiek door bemiddeling in haar oorlog met M�nster
(Vrede van Kleef). In de oorlog tussen Lodewijk XIV en de
Republiek der Verenigde Nederlanden steunde Frederik Willem de
Republiek weer, totdat hij in 1673 bij de Vrede van Vossem het
daarvoor aan Frankrijk verloren Kleef terugkreeg. In 1674 nam
hij weer deel aan de coalitie tegen Lodewijk XIV en boekte
onderwijl tegen Zweden zijn grootste militaire overwinning bij
Fehrbellin (1675). Maar bij de Vrede van St.-Germain (1679)
moest Frederik Willem bijna al zijn veroveringen aan Zweden
teruggeven. Daarna stond hij weer enige jaren aan de zijde van
Frankrijk, dat hem, evenals de Nederlanden tevoren hadden
gedaan, financieel steunde. De herroeping door Lodewijk XIV van
het Edict van Nantes (1685), waarbij de rechten van de hugenoten
werden herroepen, bracht verwijdering van Frankrijk. Om het
sterk ontvolkte Brandenburg weer te bevolken liet Frederik
Willem behalve hugenoten ook alle andere om hun geloof vervolgde
protestantse sekten toe, evenals katholieken en joden (zelf was
hij calvinist).
Frederik Willems bewind draagt duidelijk absolutistische
kenmerken (zie absolutisme). Op vaak despotische wijze
vernietigde hij velerlei privileges ter wille van zijn
absolutistisch regeringssysteem. De vooralsnog zeer disparate
delen waaruit zijn rijk was komen te bestaan, trachtte Frederik
Willem tot een eenheid te smeden. Hij bevorderde de kolonisatie
door Hollandse boeren, wier bedrijven welvaart brachten en
tevens als voorbeeld moesten dienen. Hij liet Berlijn en Breslau
verbinden door het Friedrich Wilhelmkanaal tussen Oder en Spree.
In de loop van zijn regering perfectioneerde hij het
belastingstelsel. Hij verviervoudigde de staatsinkomsten, maar
deze werden bijna geheel besteed aan het leger en de salari�ring
van de ambtenaren. Al met al vestigde Frederik Willem de
traditie van de Pruisische politiek, die eeuwenlang haar heil
zou blijven zoeken in militaire kracht, gezag en discipline als
grondslagen van de staatsmacht.